18-19 november, Agadir - Delft
18-19 november, Agadir - Delft
Lieve familie en vrienden,
Een beetje laat - het is inmiddels al 20 februari 2012 - maar hier toch nog een eindverslag. Zodra je uit het ritme van fietsen en bloggen bent, gaat het mis met het schrijven!
Ik ben ondertussen weer helemaal aan het normale dagelijkse werkbestaan gewend. Het heeft wel een tijd geduurd voordat dat zo was; de eerste maand na terugkomst voelde het aan alsof het slechts een onderbreking van mijn fietstocht was en of ik even in Nederland op bezoek was.
De laatste dag in Agadir, vrijdag 18 november, heb ik eerst de fiets ingepakt. Ik mocht dat doen in de grote, vrij luxe hotelhal, maar na een uur zwoegen en met veel lawaai de tape afrollen werd er toch wat verstoord gekeken vanaf de receptie. Tot mijn grote vreugde was het die dag mooi weer en heb ik daarna nog een paar uurtjes lui aan de rand van het zwembad doorgebracht.
Aan het begin van de avond werd ik keurig op tijd opgehaald door een chauffeur van de Marokkaanse reisorganisatie Sentier Berbère (een ander dan Toufik). Bij het inchecken op het vliegveld moest mijn ingepakte fiets door een iets te klein poortje op de transportband, maar met enig duw- en trekwerk van de vliegveldmedewerker (en bezorgd toekijken door mij) ging ook de fiets het vliegtuig in.
En dan doet dat vliegtuig slechts 4 uur over een afstand waar ik met de fiets bijna vier maanden over had gedaan. Toch een ráre manier van reizen, dat vliegen. Rond een uur of een 's nachts kwam ik aan, maar het duurde tot over tweeën voor ik m'n fiets weer had. Die was via een andere bagageband binnengekomen, maar voor iemand van Schiphol me dat kon vertellen......
En toen stonden daar in de aankomsthal, middenin de nacht, m'n familie en vrienden, tien man sterk, met slingers, ballonnen en cadeautjes me op te wachten. Zó lief, tranen sprongen in m'n ogen.
Ik werd met omhelzingen en dikke zoenen ingehaald. Ik voelde me erg rijk met zoveel lieve mensen. We hebben nog even samen koffie gedronken bij het enige nog open zijnde terrasje op Schiphol.
Daar zitten we dan: Magda, Maxime, Paul, Jacqueline, Marina, Renate, Karen, Erwin, Denis, Dennis en ik.
Daarna werden mijn fiets (door Dennis) en ik (door Jacqueline) naar huis gebracht, begeleid door Erwin en Renate. En daar, tegen vijven, hebben we nog geproost met Prosecco op de behouden thuiskomst.
(ja, het was erg laat!)
De volgende dag heb ik de fiets uit de verpakking gehaald, na nog een foto ervan:
en ben ik even naar het centrum van Delft gefietst. Even afkicken.
In de dagen, weken en zelfs maanden hierna hebben zo veel mensen naar m'n wederwaardigheden tijdens de tocht gevraagd. Nog veel meer mensen dan ik dacht hebben de blog gevolgd. En iedereen wil weten wat nu het leukste / spannendste / mooiste was wat ik heb gezien en beleefd. Hele moeilijke vraag om te beantwoorden, want het is zo divers. Ik heb door prachtige landschappen gefietst, leuke dorpjes aangedaan, mooie steden bezocht en vooral heel leuke ontmoetingen met mede-fietsers en lokale bevolking gehad.
Wat er wel uitspringt waren de ontmoetingen met mede-vakantiefietsers Dirk en Sineke, eerst in België, en daarna weer in Zuid-Frankrijk. (Ik zal jullie binnenkort mailen om een afspraak te maken hier in Nederland!) En die aardige man in dat kleine Spaanse dorpje Herbès die zijn plannen voor de zaterdagmiddag zomaar opzij zette om mij met kapotte fiets en al 25 km verderop (over een flinke bergpas) naar het grotere plaatsje Morella te brengen, dit alles niet gehinderd door enige kennis van elkaars taal.
Ik heb erg genoten van de vrijheid van het onderweg zijn en van de verrassing waar ik die nacht weer zou slapen. En mijn idee dat fietsen de allerbeste manier van reizen is, is weer bevestigd. Alleen had ik er wel op gerekend dat het in oktober in Spanje wat koeler zou zijn ...... En mijn vaardigheid met het fietsen in de bergen is wel wat vergroot, maar nog altijd ben ik er als typisch Nederlandse vlakkelander niet goed in.
Een tweede vraag die me vaak gesteld wordt is of ik nog een keer zo'n tocht ga maken. Ja, volmondig ja! Het zal lastig worden om weer zo'n lange periode vrij te krijgen (vakantiedagen mogen niet meer onbeperkt opgespaard worden), maar het moet toch lukken om zo'n 6 weken tot 2 maanden eropuit te trekken. Wellicht dan naar het oosten, via Europa Radweg no. 1, naar Berlijn, Warschau en dan naar de Baltische Staten. Dat zal dan niet dit jaar zijn, maar misschien in 2013? Dan hou ik zeker weer een blog bij, bv. Delft-Estland-op-de-fiets.reismee.nl!
Nogmaals, heel veel dank voor jullie belangstelling, meeleven en hart-onder-de-riem commentaren op mijn blog. Zonder dat had ik het echt veel moeilijker gehad!
13-17 november, Kelaa M'Gouna - Skoura - Ouarzazate - Agadir (4770 km vanaf Delft).
Lieve familie, vrienden en alle andere blogvolgers,
Nog één dag, en ik ben weer thuis. De grote fietstocht zit erop. Aan de ene kant voel ik iets van opluchting, aan de andere kant zou ik nog wel verder willen fietsen. In ieder geval verheug ik me er erg op om mijn familie, vrienden en bekenden weer te zien. Ik red het prima alleen, maar heb jullie, vooral de laatste weken, gemist! Het is nog te recent om precies aan te kunnen geven wat de reis voor mij betekend heeft; ik denk dat ik dat pas goed zal beseffen als ik weer een tijdje thuis ben.
Zoals ik in de PS van het vorige verslag al schreef ben ik op 14 november met de fiets in Ouarzazate aangekomen en stond de kilometerteller op 4741 km (4740,6 km om precies te zijn). Vandaag heb ik nog wat rondgereden in en even buiten Agadir, en nu staat de teller op 4770 km. Ik ben bijna 4 maanden onderweg weg geweest, waarvan in totaal 73 'netto' fietsdagen. (Ik ben immers tussendoor met een huurauto naar Bretagne gereden voor een fietsvakantie (!) met Hetty en Michael en vier vrienden van hen, verder heb ik zo hier en daar rustdagen ingelast en zijn er transferdagen geweest.) Dat houdt dus in dat ik gemiddeld per dag zo'n 65 km heb gefietst. Verdeeld over de diverse landen was dit ongeveer:
Nederland |
160 |
België |
300 |
Frankrijk |
1480 |
Spanje |
1980 |
Gibraltar |
30 |
Marokko |
820 |
4770 |
Van Delft naar Eindhoven heb ik m'n eigen weg gezocht (en moest omrijden omdat ik te laat was voor de veerpont bij Werkendam:-)). Van Eindhoven tot aan Ronda in zuid Spanje waren de fietsgidsen van Paul Benjaminse, 'Onbegrensd fietsen naar Barcelona'en 'Onbegrensd fietsen naar Andalusië' m'n kompas en steun en toeverlaat. Ik heb wel eens op Benjaminse gemopperd omdat hij me altijd de bergen over stuurde i.p.v. comfortabel door het dal, maar ik ben die ca. 3600 km maar een heel enkele keer fout gereden. De kaartjes waren goed te volgen en het was erg prettig wat adressen van hotels te hebben. Het laatste stuk in Spanje (en Gibraltar) heb ik weer zelf uitgezocht, nadat ik eerst erg had lopen zoeken naar een goede gedetailleerde kaart; uiteindelijk een Michelin-kaart gevonden van de Costa del Sol, schaal 1:150.000. In Marokko heb ik de 'kasbah-route' gevolgd van 'Vlieg & Fiets', een gespecialiseerde reisorganisatie. Ik had een routeboekje en een kaart en de hotels waren vooraf geboekt. De route is een bijna ovaal van bijna 800 km om het Jbel Sarhro gebergte heen in het oosten van Marokko, met uitstapjes naar de woestijnduinen van Merzouga en de Todra en Dades gorges. De kaart had als schaal 1:1.000.000, maar er zijn in Marokko zo weinig asfaltwegen dat dat geen probleem was. Het uitzoeken van de transfer van mij en vooral mijn fiets van Tanger naar Marrakech was lastiger!
En hieronder het van dag-tot-dag verslag van de laatste dagen.
Zondag 13 november, Kelaa M'Gouna - Skoura, 58 km
Na een ietwat oncomfortabele nacht op een erg hard matras in dit overigens leuke hotel, krijg ik een lekker uitgebreid ontbijt met o.a. de Marokkaanse pannenkoekjes en zelfs een gebakken ei. Ik vergis me alleen in een schaaltje waarvan ik denk dat het honing is, en zo giet ik olijfolie op het pannenkoekje......... Het was ook al zo vloeibaar!
Bij het vertrek neem ik hartelijk afscheid van het Franse echtpaar en hun zoon en we wisselen mailadressen uit. Zij hebben een gite (vakantiehuisje) bij hun huis in Bretagne- voor als ik eens wat minder ver wil? Neem nog wat foto's vanaf het terrein voor het hotel, vanwaar goed zicht op Atlasgebergte.
-
Dan fiets ik naar beneden, door Kelaa M'Gouna en het stadje uit, waar achter de nieuwbouw nog de ruïnes van oude kasbahs of ksour te zien zijn.
Na zo'n 20 km kom ik langs een soort toeristisch uitzichtpunt, met trappen naar rotsen bovenop een heuveltje. Ik heb alle tijd, dus ik ga even kijken.
-
Beneden, als ik koffiedrink op het terras, komt de eigenaar van het cafeetje bij me zitten en biedt me aan het dorp erachter te laten zien, met de landjes waar rozen gekweekt worden. Dit deel van de vallei staat bekend als rozenvallei, en in de winkeltjes zijn allerlei rozenproducten te koop. Wederom, ik heb alle tijd, voel me hier nu redelijk op m'n gemak en ben wel een beetje nieuwsgierig dus ik accepteer Saïd's aanbod. Ik zie wel of ik iets moet kopen of zo. Hij neemt me een heel eind mee de vallei in, door het dorp en langs landjes.
Onderweg word ik overal voorgesteld aan broers, neven en tantes. Bij het huis van een neef gaan we naar binnen. Dit huis bestaat uit een verzameling gebouwen en tuinen waarin van alles verbouwd wordt en er loopt - heel praktisch - een irrigatiekanaaltje doorheen.
De familie heeft 5 koeien en kalfjes, een aantal geiten en schapen en ook kippen, die in stallen op het terrein worden gehouden.
Ook het jongste lid van de familie wordt aan me getoond: Amina.
Daarna lopen we nog een stuk door de landjes en langs de rivier (heb maar 1 rozenstruik gezien) en dan terug naar Saïd's huis, waar hij met een aantal familieleden woont, o.a. zijn 107-jarige grootmoeder, een fragiel blind vrouwtje, dat omwikkeld met een deken tegen een muur op een binnenplaats zit. Ze is heel vriendelijk en spreek tot mijn verbazing een paar woorden Frans. In een van de salons (ik heb nog 3 kleinere gezien) wordt het goede servies uit de kast gehaald en drinken we thee met koekjes en brood en jam.
Saïd wil me nog meer laten zien, maar ik moet erop aandringen me weer naar de weg te brengen want het is al tegen drieën en ik wil echt voor donker in Skoura aankomen! Ik moet nog zo'n 40 km verder en om half zes wordt het hier donker. Ik vertrek en fiets weer de eindeloze weg door de vallei,
maar met in de verte een mooie blik op de toppen van de Atlas (gezien door telelens).
Er volgen toch nog wat hellingen en bovenop is een telecom-station (de gebouwen uiteraard wel in Marokkaanse stijl).
Ondanks dat het vandaag fris is en laat in de middag zelfs wat koud, zorgt de helling voor rode wangen. Goed om me weer eens wat in te spannen!
-
Kort nadat ik deze foto's genomen heb en m'n camera sta op te bergen, komt er een auto aanrijden waarvan de motor kookt. (Oude auto - grote familie - toch wat steile helling.) De familie stapt uit en de motorkap gaat open. Er wordt een passerende auto aangehouden voor hulp. Ik loop er langs en biedt het water uit mijn nog volle bidon aan, dat graag wordt geaccepteerd. Hiermee vijzel ik het imago op van Westerse toeristen in het algemeen en dat van blonde alleenreizende en fietsende vrouwen in het bijzonder!
Om tien voor half zes kom ik aan bij m'n authentieke Kasbah-hotel, hoewel, ik denk er te zijn, bij Auberge Ben Moro, en heb m'n spullen al afgeladen en de voucher overhandigd als blijkt dat ik naar de aangrenzende kasbah moet met de naam Ait Ben Moro. Handig, twee hotels naast elkaar met praktisch dezelfde naam! Ik ben wel getuige van een prachtige zonsondergang.
En bij de goede kasbah word ik welkom geheten door een aardige jonge man, die mijn naam roept als ik aan kom fietsen en die op me had staan wachten. De kasbah is mooi gerestaureerd en lijkt op een vierkant middeleeuws kasteel met binnenplaats. Ik krijg een kamer met inpandig balkonnetje aan de binnenhof, en in de kamer een raampje met uitzicht op de palmeraie aan de andere kant.
Ik ben de enige gast en het eten in het restaurant is ietwat ongemakkelijk met twee mensen die me bedienen en in de gaten houden of ik m'n bord al leeg heb : - )
Maandag 14 november, Skoura - Ouarzazate, 43 km
Het is goed koud hier 's nachts, op deze hoogte (ca. 1000 m) en ik was wat blij met het kleine elektrische kacheltje op de kamer. Skoura heeft een heel grote palmeraie (oase met palmen en landbouwlandjes), die zich ook uitstrekt achter het hotel.
Op een kwartiertje lopen over de paadjes en dijkjes ligt de museumkasbah Amardil, de moeite waard volgens reisgids en mede-toeristen. Als ik erheen loop kom ik eerst langs een ruïne van een andere kasbah, met daarbij een heilige plaats, een marabout.
Er is niet erg veel te zien en ik loop door naar kasbah Amardil.
Nog voor ik de brede kale strook ben overgestoken komen er al jongetjes aangelopen die me een van gras gevlochten dromedaris aanbieden - het is wel de bedoeling dat je er iets voor geeft, natuurlijk. Ik krijg een rondleiding in kasbah Amardil van Mohammed, die uitgebreid alles uitlegt: soort bouw, werktuigen die gebruikt werden etc.. Ik had al aangegeven niet veel tijd te hebben, maar moet dat een paar keer herhalen - stomme haastige toeristen ook!
Als ik terugloop wordt ik weer belaagd door jongetjes die ofwel ook een van gras gevlochten dromedaris willen verkopen, ofwel gewoon bedelen. Een wat oudere man stuurt ze weg, maar blijkt even later een ongevraagde gids, die als we bij de hotelkasbah aankomen (waar ik doodmakkelijk alleen naar toe had kunnen lopen) een vergoeding verlangt. Ik ben niet goed in deze dingen. Ik weet dat dit zo gaat in dit soort landen, en ik zou er inmiddels aan gewend moeten zijn, maar ik blijf het heel irritant vinden. En het zorgt ervoor dat je bij elke aangeboden aardigheid of dienst er gelijk iets achter gaat zoeken.
Als ik zo'n 20 km gefietst heb zie ik iets heel ongebruikelijks voor Marokko: een stuwmeer.
Erbij aangelegd is een luxe hotelcomplex met golfbanen. Dat kost wat water! En water is een schaars goed hier - ik voel me elke dag een beetje schuldig als ik wat te lang onder de douche sta. Ca. 10 km voor Ouarzazate, eindpunt van de fietstocht, kom ik nog een keer langs provinciepoorten
En moet ik zowaar nog een heuvel over.
-
En dan ben ik in Ouarzazate
Als ik bij het hotel, het eindpunt van de rondreis in Marokko, is ditde kilometerstand:
Het voelt wat onwerkelijk aan als ik om twee uur 's middags bij het hotel van m'n fiets stap, een beetje leeg. En er staan ook geen mensen bij de finish en ik krijg niet eens een medaille! (Weet je nog, Jacq, dat we een paar jaar terug een tochtje in Zuid-Holland fietsten van 30 km waarvoor je een medaille kreeg? Ze hadden ze toen niet meer in voorraad en gekscherend bleven we erom zeuren - die medailles zijn toen later bij jou thuis afgegeven.)
In Ouarzazate is niet erg veel bijzonders te zien. Tegen de avond drink ik Marokkaanse muntthee op een groot modern winkelplein.
Dinsdag 15 november, Ouarzazate - Agadir, ca. 350 km per auto
Toufik staat al ruim voor negenen voor het hotel klaar met zijn SUV, de fiets wordt achterin geladen en we gaan op weg. We rijden de stad uit en dan slaat Toufik een gravelweggetje in. Ik denk eerst dat hij een klein stukje wil afsnijden of zo, maar nee, de weg blijft zo gedurende ca. 60 km. Hij heeft voor deze (directe, maar langzamere) weg gekozen voor het landschap en om drukte te vermijden.
Hoewel, langzaam, hij heeft een flinke vaart dus enorme stofwolken achter ons. Maar we komen praktisch geen ander verkeer tegen, dus dat is geen probleem. Ik werp nog een laatste blik achterom naar de besneeuwde toppen van de Atlas.
Het is een heel stille streek, met nauwelijks dorpjes of bewoning. Maar er is wel een enkele kudde geiten.
Verder vooral heel veel stenen. Maar gecombineerd met de ochtendzon en een heel heldere lucht is dat toch verrassend mooi.
Het landschap is grillig, en in de rotsen kun je heel goed de verschillende aardlagen zien.
We gaan over een wadi
en nogmaals de aardlagen:
Dan wordt het wegdek asfalt en rijden we weer door iets meer bewoonde wereld. Rond een uur of twaalf houden we even pauze in een klein plaatsje en drinken koffie. Ik maak van de gelegenheid gebruik om naar het toilet te gaan. Toufik kijkt wat verschrikt: het toilet is vast niet goed genoeg. Maar ik ben al aardig wat tegengekomen onderweg en schrik niet meer zo gauw. Ik vertel hem over mijn ervaringen tijdens de fietstocht en ook dat ik zo ontzettend bekeken werd. Volgens Toufik komt dat niet zozeer omdat ik een Westerse vrouw ben, maar omdat ik alleen reis. Hij denkt dan ook dat in elk plaatsje waar ik aankwam het nieuws van een alleenfietsende vrouw als een lopend vuurtje de ronde heeft gedaan. Ik ben wereldberoemd op het platteland van Marokko dus!
Als we verder rijden zie ik voor het eerst hellingen met bomen.
Het zijn Argan-bomen, enigszins verwant aan olijfbomen. De pitten van de vruchten worden uitgeperst voor de olie, die zowel voor consumptie als voor cosmetica wordt gebruikt.
De olie schijnt erg goed voor de huid te zijn. Dat kan ik wel gebruiken, want m'n huid is, ondanks veelvuldig smeren met zonnebrandspul, extreem droog geworden in de afgelopen maanden.
Tot vandaag had ik in totaal 15 meisjes op de fiets gezien en geen enkele volwassen vrouw. Ik was ze gaan tellen toen ik pas na een aantal dagen, waarin ik honderden mannen en jongens zag fietsen, voor het eerst een meisje op de fiets zag. Echter, vlak bij Agadir rijden we langs een school en daar zie ik ineens tientallen meisjes op de fiets. Agadir is een nieuwe, uitgestrekte stad. Het oude Agadir, wat bovenop een heuvel lag, is in 1960 volledig verwoest door een aardbeving, waarbij 15.000 - 18.000 mensen omkwamen. De mensen allemaal terugvinden en ordentelijk begraven was onbegonnen werk en met bulldozers heeft men de puinhopen glad gewalst en aldus de mensen eronder begraven. Een stuk verderop, aan de kust, is toen het nieuwe Agadir gebouwd. Er zijn veel hotels, vooral in de strook langs het strand, wat eigenlijk alleen uit grote hotels voor massatoerisme bestaat. Dit had ik me vooraf niet echt gerealiseerd. Toufik is hier niet bekend en het is even zoeken voor we het geboekte hotel gevonden hebben. Dan zeggen we gedag en sta ik - eigenlijk voor het eerst van mijn leven - in zo'n groot vakantiecomplex. Het hotel ligt terrasvormig vlak achter een rijtje restaurants en vanaf het balkon kijk ik op zee.
Ik loop wat rond, o.a. bij de vrij recent gebouwde jachthaven.
's Avonds is de heuvel ten noorden van Agadir, waarop nog een oude kasbah staat die de aardbeving heeft doorstaan, verlicht. In het Arabische staat er (info Toufik) 'God, vaderland en koning'.
Woensdag 16 november, Agadir
In de ochtend ga ik met een taxi naar de souk, hier een soort markthallen, waar van alles te koop is. Ondanks, of misschien juist wel dankzij, een gids word ik enigszins afgezet bij een paar aankopen, maar daar kom ik later pas achter. Ik vermijd het vlees- en visgedeelte; de groente- en fruit markt en de kruiden zijn een lust voor het oog en ruiken heerlijk.
-
-
Ik was van plan 's middags in de zon te gaan liggen, maar ja, zoals wel vaker deze tocht heb ik me hiermee misgerekend. Was het vanmorgen, toen ik in de souk was, nog zonnig, nu is het bewolkt, grijs en vrij koud geworden. Dan maar binnen zitten en lezen.
Donderdag 17 november, Agadir, 29 km
Het is nog steeds grijs, bewolkt en fris.
Ik ga op zoek naar een fietsenmaker om de trappers wat losser te draaien en naar karton om de fiets in te verpakken voor de terugvlucht. Dat valt beide niet mee. Een gewone fietsenwinkel kan ik niet vinden, alleen kleine werkplaatsjes waar fietsen worden gerepareerd die bij ons al lang op de vuilnisbelt zouden zijn beland. Wel zijn de fietsenmakers behulpzaam, maar het losdraaien van m'n rechtertrapper lukt ook de derde fietsenmaker niet. Dan moet de fiets maar zo mee. Karton lijkt een schaars goed hier. Uiteindelijk koop ik 6 meter geplastificeerd doek en een rol tape. Morgen maar zo goed mogelijk proberen in te pakken. Daarna loop ik nog even door de souk, die behalve als markt ook als werkplaats dient voor diverse ambachten, o.a. het persen van Argan-olie.
Nadat de Argan-pitten met deze molentjes gemalen zijn wordt depulpdoor vrouwen met de hand gekneed en geperst.(Ik mag geen foto van ze nemen.) Ook wordt er koper bewerkt.
Aangezien in de zon zitten geen optie is, ga ik een eindje verder fietsen. Eerst langs de boulevard, die er in dit grijze licht wat triestig en uitgestorven uitziet.
Dan nog een stukje noordelijk, waar ik uitkom bij een wat viezig industriestadje (chemische industrie en visverwerking) waar het niet écht fris ruikt, om het zacht uit te drukken.
Daar staan ergens een paar jongetjes langs de kant die iets naar me roepen, wat ik negeer. Dan, voor het eerst sinds ik hier ben, en ook voor het eerst in mijn leven, krijg ik stenen naar me toegeworpen. M'n eerste reactie is hard wegfietsen, wat ik ook doe, maar dan word ik woedend en wil eigenlijk terugrijden om met een paar flinke klappen de jongetjes de les te lezen. Ik ben zo verstandig dit niet te doen. Maar ik fantaseer wel over een pittige brief die ik aan de ambassade van Marokko ga schrijven. Als ze toerisme willen bevorderen zullen ze in eerste instantie de eigen bevolking wat toleranter moeten opvoeden! Mopper.
E.e.a. wordt een beetje goedgemaakt door de heel vriendelijke ober bij een visrestaurantje waar ik 's avonds eet. Als ik wegga geeft hij me een roos uit het vaasje op tafel. Aardig!
En dit is de kilometer eindstand:
En dan vergeet ik nog bijna te vertellen dat ik vanmiddag laat naar de hammam van het hotel ben gegaan, waar ik een totale wellness-behandeling heb gekregen. Eerst in de zwarte zeep gezet, toen helemaal - vrij hardhandig - gescrubd. Daarna in een soort modderpakking liggen zweten en als laatste een uitgebreide massage met Argan-olie. Ik heb weer een zacht babyvelletje!
Als ik dit verslag 's nachts (!) op de blog zet, gaat het ineens keihard regenen - om alvast te wennen aan het Nederlandse klimaat :-).
Dit was het vooralsnog. Als ik thuis ben zal ik proberen nog een soort eindevaluatie op de blog te zetten. Hoewel ik deze blog af ten toe vervloekt heb - het is heel tijdrovend en het netbook is zwaar - was het aan de andere kant m'n lifeline naar familie, vrienden en bekenden. Ik heb het zó leuk gevonden jullie reacties te lezen. Het gaf me het gevoel niet alleen op reis te zijn. Heel, heel hartelijk dank!
9-12 november, Erfoud - Tinejdad/El Khorbat - Todra gorges -Boumalne - (Gorges du Dades) - Kelaa M'Gouna (4640 km vanaf Delft).
Lieve familie en vrienden,
Nog twee fietsdagen te gaan. Hoewel ik hier in Marokko met enige regelmaat, en ook al af en toe in de hitte en bergen van Spanje, genoeg had van het fietsen en het onderweg zijn, voel ik nu toch weemoed dat de grote tocht zo goed als afgelopen is. Juist de paar laatste dagen in Marokko heb ik mooie natuur gezien, aardige mensen ontmoet en fijne fietsdagen gehad. Zoals ik in het vorige verslag al schreef ben ik hier nu aardig gewend - hoewel de Marokkanen nog niet erg aan mij gewend zijn :-).
Voor ik het vergeet wil ik hierbij met terugwerkende kracht mijn leraren Frans van de Simon Stevin Scholengemeenschap, o.a. de heren Jansma en Mooijman en de lieve mevrouw Eijsbergen, bedanken voor al hun inspanningen om mij enige kennis van de Franse taal bij te brengen. Nu, zo'n beetje 40 jaar erna, heb ik echt profijt ervan! Veel mensen hier in Marokko spreken Frans en ik kan me goed verstaanbaar maken en begrijpen wat er gezegd wordt. Dat helpt echt in deze toch zo andere cultuur!
Hieronder weer het van dag-tot-dag verslag van 9-12 november - zie ook de aparte fotoserie.
PS: Ik ben inmiddels, 14 november, in Ouarzazate aangekomen, het eindpunt van m'n fietstocht! 4741 km zitten erop! Als ik eind deze week in Agadir lekker zit uit te rusten schrijf ik het verslag van de laatste dagen van de tocht.
Woensdag 9 november, Erfoud - Tinejdad/El Khorbat, 94 km
Vlak na Erfoud kom ik langs een oued/wadi die nog niet helemaal droog is. De weg ligt maar een klein stukje hoger, en het schijnt voor te komen dat de rivier de weg overspoelt en je er niet langs kunt.
Ik hou koffiepauze in Jorf, op een terrasje bij een klein pleintje (gewoon gaan zitten op zo'n mannenbolwerk en starende blikken beantwoorden met een vriendelijke glimlach) en kijk naar de voorbijgangers. De mannen veelal in djellaba's met capuchon, die ze soms op hebben, de vrouwen in lange gewaden met omslagdoeken en sommige vrouwen helemaal in zwarte sluiers (chadors?), maar wel met het gezicht vrij. Jongens en jonge mannen in westerse kleding, jonge meisjes in een broek met tuniek erover (bij voorkeur in paarse en felroze stretch-velours), afhankelijk van hun leeftijd al dan niet met hoofddoek. Er wordt veel op knetterende brommertjes gereden en oude fietsen, maar de ezel blijft het meest gebruikt als vervoermiddel voor diverse goederen.
Deze mix van oud en nieuw, traditioneel en westers, zag ik ook bij deze vrouwen, waarvan bij een de baby op de rug een honkbalpetje op heeft:
De route loopt vandaag weer door een eindeloos leeg landschap. Ergens langs de weg is een stuk met allemaal waterputten; enkele ervan worden gebruikt als toeristisch object, met Berbertenten erbij en soms een dromedaris.
Als ik na lange tijd bij een plaatsje kom is er een opstopping en kan er geen verkeer door. Middenin wordt een demonstratie gehouden. Er zijn spandoeken en met een megafoon worden leuzen geroepen. Het ziet er vrij serieus uit en het lijkt me beter geen foto's te nemen. Een vriendelijke jongen wijst me een steegje waardoor ik met de fiets eromheen kan lopen. Ik spreek naderhand toeristen die een paar uur hebben vastgestaan. Fietsen heeft toch echt voordelen! Dan weer verder door de brede, kale vallei.
Het overnachtingsadres van vandaag is in El Khorbat, dat achter het modernere Tinejdad ligt. Het is in een traditionele ksar,
met aangrenzend een tuin, waar ik ter verwelkoming muntthee krijg.
Een kasbah is een soort kasteel, bewoond door één familie, terwijl een ksar (meervoud: ksour) een samenstelling van diverse huizen is, die door meerdere families wordt bewoond. Ben ik ook net te weten gekomen. Er zijn in de hotel-ksar allemaal gangetjes en trappetjes en ik kan de eerste keer m'n kamer niet meer terugvinden.
Boven zijn diverse dakterrassen, en er is zelfs een zwembadje. Het water is echter ijskoud en niet heel schoon, en de zon staat al erg laag. Dus nee, niet gezwommen.
Vlak voor zonsondergang (17.30 u hier) maak ik nog een wandeling door het plaatsje El Khorbat, maar dat is wat ongemakkelijk. Er zijn veel mensen op straat (ook hier wordt een soort paseo gehouden op dit tijdstip) en ondanks m'n wijde lange broek en vest wordt ik aangegaapt als het achtste wereldwonder.
Donderdag 10 november, Tinejdad/El Khorbat - Todra gorges, 69 km
Zojuist de leukste avond van mijn verblijf in Marokko gehad, misschien wel de leukste van de hele fietstocht! En dat op Sonja's verjaardag. Auberge Le Festival in de Todra gorges is echt geweldig. Maar laat ik even chronologisch verslag doen. Bij het vertrek vanmorgen werd ik uitgezwaaid door het Franse echtpaar dat ook in de ksar verbleef (wij waren de enige drie gasten). Bertrand neemt allerlei foto's, zelfs in detail van het merk van m'n fiets. Van Herwerden wordt hiermee ook wereldberoemd in Frankrijk!
Samen met Patricia:
Het eerste deel van de route voert weer door de brede, kale, hooggelegen vallei. Helaas heb ik nu wind tegen en het lijkt wel of het vals plat omhoog is. De temperatuur is nog steeds lekker; de lucht is fris maar de zon is warm.
Een enkele keer zie ik een herder met zwarte geiten en dromedarissen in de vlakte.
En heel in de verte zie ik voor het eerst de besneeuwde toppen van het Atlasgebergte. De bergen reiken tot rond de 4000 m
Dan sla ik rechtsaf vanaf de hoofdweg de Todra gorges (=vallei) in. De route leidt zo'n 15 km de vallei in tot aan een smalle kloof en daarna nog zo'n 5 km tot aan het hotel. Morgen moet ik dezelfde weg terug. De Todra is een echt riviertje, vrouwen doen er de was en mannen wassen hun auto's en brommers erin. De vallei bestaat uit een brede strook groen land waar allerlei gewassen verbouwd worden, ernaast liggen oude en nieuwe huizen.
Dan zie ik een pittige klim voor me oprijzen, de stevigste tot nu toe in Marokko. In de schaduw van een huis drink ik ter voorbereiding wat water en eet een paar koekjes. Maar na Spanje kan ik alles aan :-)
Hierna strekt de vallei zich aanvankelijk verder vrij breed uit, en het is heerlijk om weer eens groen te zien,
en water!
Het is hier vrij toeristisch en er zijn diverse mooie uitzichtpunten, waar de touringcars en busjes met toeristen even stoppen en waar men eruit gelaten wordt om een foto te maken. Ik prijs me wederom gelukkig individueel en op de fiets te zijn; ik kan stoppen waar en wanneer ik maar wil, en heb tijdens het rijden vrij uitzicht rondom.
Vlak voor de echte kloof zie ik ineens links van de weg een jongen in fietsbroek en een meisje naar me zwaaien. Het zijn Matthieu en Chloé, die ik een week terug ben tegengekomen. Hartelijk weerzien, en niet eens zo verbazingwekkend, want er zijn hier maar een paar geasfalteerde wegen. Ik vervolg m'n weg en kom ik bij de kloof, een 'major tourist event', compleet met souvenirstalletjes, maar dat doet niets af aan het imposante ervan.
En bij de 'uitgang' van de kloof:
Ik moet op dit punt sterk aan Sonja denken; dit deel van de reis had ze ook geweldig gevonden: kleine weggetjes en veel natuurschoon. Tja.
Het hotel, Auberge Le Festival, ligt als een sprookjeskasteel verderop in de vallei.
Ik word hartelijk ontvangen met muntthee en zit nog 5 minuten in de zon op het terras, waarna deze achter de bergen verdwijnt en het onmiddellijk koud wordt; het hotel ligt dan ook op zo'n 1700 m hoogte.
De zon is net weg:
Ik kan kiezen tussen een min of meer gewone kamer en een 'grotkamer'. Natuurlijk kies ik voor deze laatste, héél apart, en ook lekker warm.
Ik kan hier ook nog een wandeling maken met een gids verder de berg op en langs een nomadenfamilie die daar (tijdelijk) woont, maar daar heb ik niet zo'n zin in. Ben bang dat het op aapjeskijken en gedwongen aankoop van souvenirs uitdraait. Ik ben wat vervelend achterdochtig geworden....
Om 19.00 u ga ik eten, het is dan al helemaal donker en er staat een volle maan boven de berg.
Het restaurant doet van binnen denken aan een kruising tussen een alpiene skihut en een Marokkaanse salon; klinkt als absurde combinatie, maar het is erg gezellig. Ter verhoging van mijn comfort en dat van een Nieuw-Zeelands echtpaar, Alistair en Heather (wij zijn vooralsnog de enige gasten) wordt er zelfs een gaskacheltje bij ons neergezet. Tijdens het eten raken we in geanimeerd gesprek - misschien is Nieuw-Zeeland wel een mooie bestemming voor een volgende fietstocht?
Na het eten krijgen we muntthee en dan pakken de 4 jonge mannen van het hotel tot onze verrassing djembés en andere trommels en worden we getrakteerd op Berber-muziek. Hoewel de instrumenten dezelfde zijn als uit West-Afrika klinkt de muziek en de ritmes toch anders. Er wordt ook bij gezongen en dat doet me af en toe denken aan het wat klagend klinkende gezang van Noord-Amerikaanse indianen. Na een tijdje worden wij uitgenodigd mee te doen en ik krijg djembé-les. Dat is niet makkelijk, maar ik doe mijn best. Heather heeft ondertussen mijn camera gepakt en aldus zijn mijn povere maar enthousiaste pogingen tot djembé spelen vereeuwigd:
Kortom, vandaag was het een mooie fietsdag met een heel gezellig besluit!
Vrijdag 11 november, Todra gorges - Boumalne, 74 km
Na een prima ontbijt met de Marokkaanse vierkante bladerdeeg pannenkoekjes, ronde zoete pannenkoekjes, brood, gebakken ei, verse meloen en yoghurt (hoef niet te lunchen!) vertrek ik en rijd weer door de gorges terug naar de hoofdweg. Kan het niet laten toch nog een paar foto's van de gorges te maken.
Moet aan Sonja denken, die op een gegeven moment altijd zei: 'Tan, je hébt al een foto van die berg!' Nu zit er dus geen rem meer op, en met die digitale camera's kun je welhaast onbeperkt doorfotograferen, wat ik dan ook doe.......
In deze streek dragen de vrouwen over hun lange gewaden een witte, meestal kanten, sluier, over een schouder gedrapeerd. Verderop wordt een soortgelijke sluier gedragen, maar dan in het zwart. Ziehier een poging om tersluiks een vrouw in deze dracht te fotograferen.
Weer bij de hoofdweg is de route weer saaier, veel van hetzelfde. Op zich mooi, maar het zijn lange afstanden zonder veel variatie, feitelijk beter om met een auto te doen.
Soms is de lucht heel mooi:
Ik neem ook wat foto's van de typische metalen deuren met een Arabisch motief, die je hier overal ziet.
Na een ontmoeting met 3 irritante jongetjes die naar me roepen en praktisch voor m'n fiets springen (kan iemand ze niet eens opvoeden ?!?!) zie ik weer de besneeuwde toppen van het Atlasgebergte opdoemen.
Ik zet mezelf nog eens op de foto voor deze bergen (heel ver op de achtergrond)
en er passeert een busje met veevervoer op z'n Marokkaans.
Ik heb wind tegen, vals plat omhoog en het wordt bewolkt en kouder. Niet zó erg naar m'n zin. Bij de provinciepoorten van Boumalne zie je het Atlasgebergte heel goed.
In Boumalne moet ik voor het centrum naar links, waar in een buitenwijk met veel braakliggend terrein de heel grote hotelkasbah Tizzarouine ligt. Er zijn wat problemen met sanitair en (het ontbreken van) warm water, maar vanaf het terras is er een geweldig uitzicht over de Dades vallei.
In het restaurant zit ik aanvankelijk alleen met een Brits echtpaar. Naderhand komt ook een jonge Nederlandse vrouw binnen, Astrid, die hier al 3,5 woont en in december gaat trouwen met haar Marokkaanse verloofde. Ze runt een reisbureau: http://www.dades-reizen.nl/. Ze past zich enigszins aan hier (bedekkende kleding, nauw luisterende omgangsvormen), maar blijft toch redelijk westers. Het lijkt me moeilijk en ik vind het knap van haar. Als er later op de avond een Frans reisgezelschap binnenkomt, gaat er een 8-mans djembé formatie spelen, waarin ook Astrid's verloofde Momo meespeelt (de man in rozerode kleding in het midden). Ze spelen erg goed, leuk!
Daarna komt er nog een ander orkest binnen, die trommelen en op een soort lange trompetten blazen en er wordt bovenop een trommel gedanst, heel Afrikaans.
Het is erg aanstekelijk en we klappen mee.
Een paar mensen van het Franse reisgezelschap gaan dansen en Astrid en ik doen ook mee. Vrolijke avond! Na twaalven gaat het eerste orkestje weer spelen. Daarna stort ik enigszins in en ga naar bed!
Zaterdag 12 november, Boumalne - Gorges du Dades - Kelaa M'Gouna, 90 km
Na het ontbijt loop ik nog even naar het terras voor het uizicht:
Ik laat m'n bagage in het hotel achter want de route naar de Gorges du Dades is maar één weg de vallei in en komt weer terug in Boumalne. Het kleine stukje dat ik dan weer heuvel op terug moet rijden naar het hotel om de bagage op te halen is dan maar een kleine moeite, en het betekent dat ik 65 km zonder bagage kan fietsen. En dat is - zoals verwacht - héél fijn. (Een volgende keer neem ik echt nóg minder bagage mee.) Het is bewolkt, en vrij koud.
Sinds tijden trek ik weer een jas aan en hier op deze hoogte zijn er loofbomen die nu herfstkleuren vertonen.
De Dades vallei is mooi, met de rivier en de beplanting ernaast als een breed groen lint slingerend door bruin en rozerood gekleurde bergen. Er is, zeker in het begin, vrij veel bebouwing, maar de kleur van de oude kasbahs is bruin en de nieuwe huizen zijn rozerood gepleisterd, dus dat kleurt mooi in het landschap. Alleen de in aanbouw zijnde huizen - en dat zijn er heel wat - zijn nog van kale grijze steen en dat detoneert een beetje.
Dit is multifunctioneel gebruik van een minaret, zo heb ik er meer gezien met ooievaarsnesten.
---
Of het aan mijn meer bedekkende kleding ligt of dat het hier in de bergen nogal sportief is om te fietsen weet ik niet, maar het is opvallend hoeveel aardiger ik hier word bejegend dan de vorige dagen. Ik heb nog steeds veel bekijks, maar de begroetingen zijn vriendelijk en meermalen wordt ik aangemoedigd met een 'bon courage!'. Dit alles maakt het tot een fijne tocht.
Er zijn ook aparte rotsformaties, alsof de rotsen ooit gesmolten en toen weer gestold zijn.
Het is heerlijk fietsen zo zonder bagage. De vallei vernauwt zich af en toe, en dan moet ik een beetje klimmen.
Onderweg zie ik veel vrouwen met grote zakken gewas, voer voor hun koe en schapen en geiten, van hun landjes aan de rivier komen.
Het lijkt me echt heel zwaar.
Ik kom nog 2x het Britse echtpaar vanuit het hotel tegen, die de vallei per auto doen. Als zij terugkomen melden ze dat de klim met haarspeldbochten aan het eind niet te doen is per fiets en ook geen al te bijzonder uitzicht geeft. Later kom ik Matthieu tegen, die terug komt fietsen van de hoge gorges.
Hij zegt dat de klim prima te doen is en het uitzicht erg mooi. Ik heb meer vertrouwen in zijn opinie, als medefietser! Een stukje verder kom ik ook Chloé tegen.
Dan wordt de vallei nauwer en zie ik de haarspeldbochten steil boven me oprijzen. Even diep ademhalen, slok water en in verzet 1/1 omhoog.
Boven, op 1850 m, is er inderdaad een heel mooi uitzicht op de kloof en de haarspeldbochten:
En nog wat beelden van de terugweg naar het hotel in Boumalne, zoals een volbeladen tegenligger
en een langslopende kudde zwarte geiten en witte schapen.
En nog een laatste blik op de vallei.
In Boumalne drink ik op een terrasje panache de fruits, een dikke fruitsap, een soort smoothie, erg lekker. Geeft me weer wat energie voor de laatste 25 km. Ik haal m'n bagage op en fiets naar Kelaa M'Gouna. Het hotel, Kasbah Itran,ligt een stukje buiten het stadje, hoog op een heuvel,
met fraai uitzicht over het dal met kasbahs en het Atlasgebergte in de verte.
Het is heel leuk ingericht, en ik krijg een knusse kamer met tapijten en dierenvellen (mmm, is minder) op de grond en een aardig eigen terras/balkonnetje.
In de gang naar de kamers toe staan staan in nisjes allemaal kaarsen, en er brandt zelfs een haardvuur! Heerlijk, want het is behoorlijk koud. Maar toch trek ik de nodige lagen extrakleding aan, want de restaurantruimte is niet verwarmd........
Het restaurant is een smalle lange ruimte, bekleed met tapijten en lage banken langs de muren en lage tafeltjes. Even puzzelen hoe hier makkelijk te zitten. Naast me komt een aardig ouder echtpaar uit Calvados, Normandië, te zitten met hun zoon die al 7 jaar in Marokko (Agadir) woont. Ze kwamen wat ontredderd binnen, want ze dachten laat in de middag nog een eenvoudig ritje van 12 km over een zgn. 'piste' te kunnen maken (dat is een ongeplaveide weg), maar dit duurde veel langer dan verwacht en ze moesten met een gewone auto allerlei kuilen ontwijken terwijl het al donker werd. Ze waren bang verdwaald te zijn.
Het eten is redelijk, maar in dit soort traditionele hotels is geen wijn te krijgen. Maar de Fransen hebben uiteraard wijn bij zich en ik krijg een glas aangeboden, wat ik graag aanneem. Na het eten krijg ik voor de derde avond op rij een djembé concert! Alle jongemannen van het hotel, en wat kennissen, doen mee. Op een gegeven moment spelen ze met 10 man voor in totaal 5 gasten. De zangkwaliteiten zijn niet helemaal evenredig aan hun enthousiasme, maar het is leuk.
De avond wordt besloten met een natuurkundig fenomeen: een grote lichte ring om de maan. Had ik nog nooit gezien. Moet nog opzoeken hoe dat precies veroorzaakt wordt.
7-8 november, Rissani - Merzouga - Erfoud (4313 km vanaf Delft).
Lieve familie en vrienden,
Bedankt voor jullie (veelal bezorgde) reacties, maar wees gerust, het gaat echt goed met me. Ik zit nu met een lekkere kop café au lait in een vrij luxueus hotel in Erfoud, waar ook een groot Engels reisgezelschap is neergestreken. Verder heb ik de afgelopen dagen Nederlandse mensen ontmoet en vooral ben ik me een heel stuk meer op m'n gemak gaan voelen. Marokko vraagt gewoon even een paar dagen om te acclimatiseren! (Hoewel, over klimaat gesproken, overdag is het heel aangenaam, maar zodra de zon onder is, 17.30 u, is het koud!)
In het kader van alle sportieve en bijzondere nevenactiviteiten die ik tijdens deze reis heb ondernomen (o.a. per hydrospeed door een wildwaterbaan, dolfijnen en walvissen spotten en kitesurfen) heb ik nu voor het eerst van m'n leven op een dromedaris gezeten en een tochtje door de woestijn gemaakt! Héél aparte ervaring!
En aangezien hier goede internetverbinding is, jullie me wat bezorgd volgen, en ik jullie heel graag de woestijnfoto's wil laten zien, hier dus al weer een verslagje.
Maandag 7 november, Rissani - Merzouga, 39 km (+ 2 km op een dromedaris!)
Omdat het vandaag maar een heel korte etappe is, vertrek ik op m'n gemak. Gisteravond laat heb ik het voorgaande verslag in de lobby/salon van hotel Kasbah Essani op de blog gezet, en de eigenaar van het hotel, Monsieur Hassan, zat daar ook en maakte een praatje en bood thee aan:
Ook zette hij een soort barbecue als kacheltje neer, aardig. Hij is erg trots op zijn hotel (terecht) en vroeg me foto's van het zwembad te nemen, zie hieronder:
En bij het afscheid vanmorgen moesten er ook foto's bij de poort genomen worden:
Goed, en dan eindelijk op weg. Ik fiets door Rissani, waar bijna alle winkeltjes gesloten zijn i.v.m. het offerfeest vandaag. Verscheidene Marokkaanse mensen hebben me de oorsprong van het feest uitgelegd: Abraham had in een visioen (of een droom) van God/Allah te horen gekregen dat hij zijn zoon moest offeren, om zijn geloof in en trouw aan God te bewijzen. Als Abraham op het punt staat zijn zoon de keelaf te snijden, geeft God een schaap in zijn plaats. Ik kende dit verhaal wel (2,5 jaar op christelijke lagere school gezeten), maar blijf het vrij gruwelijk en absurd vinden. Maar dit is dus de reden dat er vandaag duizenden schapen geslacht worden. Vlak na het 'nieuwe' centrum van Rissani fiets ik langs de oude kasbah, pas nadat ik onderstaande foto genomen heb zie ik dat het nog steeds bewoond wordt.
Daarna fiets ik door een eindeloos lijkende woestijnvlakte. De temperatuur is echter wel aangenaam, dus het is niet erg zwaar.
Dan zie ik in de verte de zandduinen van de Erg Chebbi opdoemen.
Aan de voet van dit (Sahara) zandduinengebied van ca. 12 bij 28 km ligt het dorp Merzouga, wat vooral een strook hotels in Kasbah-vorm is. Ernaar toe voeren alleen zand/gravelwegen, en ik moet dan ook 2,5 km erheen lopen. Dit is even voorbij de helft:
De kasbah-hotels zijn gebouwd in de vorm van paviljoens rond tuinen, waar het vrij koel kan blijven. Een aangename plek voor een lunch met de traditionele en lekkere harira-soep (en een glas Marokkaanse wijn!).
In het hotel tref ik weer Jeroen en Manon uit Amsterdam, met wie ik gisteravond gegeten heb. Zij gaan vanmiddag de woestijn in per dromedaris en blijven daar slapen in een Berbertent. Het toerisme is hier een hele industrie; overal kun je dromedaris 'treks' en 'bivouacs' regelen en voortdurend hoor je ook het geluid van motoren en quads, en dat laatste is een beetje jammer. Maar ja, nu ik hier ben (voor het eerst en waarschijnlijk ook voor het laatst) zou het zonde zijn als ik de kans op een tochtje per 'schip van de woestijn' zou laten lopen. Zonder problemen - zelfs tijdens de dag van het offerfeest - kan ik een tochtje van een paar uur boeken. Vanaf het dakterras van de kasbah kan ik de dromedarissen al zien staan.
En dan, tegen half vijf, is het zover, ik ga de zonsondergang doorbrengen op de woestijnduinen van Erg Chebbi, daarheen gebracht per dromedaris. Opstappen gaat redelijk makkelijk (hoewel lastiger dan op de fiets), maar als de dromedaris gaat staan moet je je erg goed vasthouden!
En dan zit ik er!
We gaan op weg, en bij elke stap schommel je heen en weer, maar dat went. Alleen als je omlaag gaat voelt het wat hachelijk, maar alles gaat goed. Prachtige plaatjes:
Het laatste stuk naar de top van een hoog duin lopen we (begeleider Ibrahim en ik), de dromedaris wordt beneden achtergelaten met een touw om een van zijn voorpoten (of is het benen?). Hij (de dromedaris dus) is echter wat nukkig en wil terug naar z'n kameraden. Een paar keer moet Ibrahim naar beneden rennen om de dromedaris terug te halen. En dan is het kijken naar de zonsondergang en de kleuren van het zand.
(Foto genomen door Ibrahim; heeft wel gevoel voor compositie, niet?)
In de verte gaat een (toeristen-) karavaan:
Het wordt donker en de maan schijnt boven de woestijnduinen als we teruggaan.
Dinsdag 8 november, Merzouga - Erfoud, 64 km
Ik moet vanaf Merzouga dezelfde weg terug naar Rissani, en dan verder noordelijk naar Erfoud. Nadat ik de 2,5 km teruggelopen ben over het woestijnpad naar de asfaltweg en weer op de fiets zit, word ik ingehaald door Dick en Margriet, een nog niet zo lang gepensioneerd echtpaar met wie ik gisteravond samen gegeten heb, vervolgens door een ander Nederlands stel dat ook in het hotel verbleef en daarna nog door Jeroen en Manon, die kennelijk de nacht in de woestijn goed doorgekomen zijn. Zij zwaaien me allen vanuit hun huurauto's vrolijk en bemoedigend toe. Het is prettig fietsen, met (weer!) wind in de rug en een temperatuur van zo'n 22 °C. Halverwege zie ik twee eenzame dromedarissen rechts van de weg. Er is geen begeleider bij maar hun voorpoten zijn met een touw aan elkaar verbonden, zodat ze niet weg kunnen rennen.
Rustig grazend aan de enkele droge struikjes lopen ze langzaam in de richting van de weg en steken deze over, wat onderstaande foto oplevert:
Ook vandaag hoef ik niet al te ver, en in Rissani neem ik even pauze voor koffie. Puur uit nieuwsgierigheid fiets ik in het centrum een stukje verder door, voorbij de afslag die ik moet hebben. Voel me zoveel meer op m'n gemak dan een paar dagen eerder. Ik kijk naar de bedrijvigheid op straat en de diversiteit aan mensen, van mediterrane tot negroïde types, en alle schakeringen daartussen en veelal in traditionele kleding. Zo jammer dat ik ze niet onbeschaamd van dichtbij kan fotograferen - zou een mooi document opleveren.
Als ik een paar bananen bij een marktkraampje koop hoor ik ineens achter me zeggen: 'Bent u soms een Nederlandse?' Ik draai me om naar het Nederlandse stel met een lach: 'Ja, uiteraard.' De man antwoordt: 'Ik zag uw Van Herwerden fiets, komt u uit Voorburg?' Leuke ontmoeting. Zij komen uit Amsterdam, maar de man is geboren in Voorburg - wederom, kleine wereld!
Ik fiets de laatste 20 km naar Erfoud, weer naar een heel behoorlijk kasbah hotel. Later in de middag ga ik naar de Manar Marbre fabriek vlakbij, waar zwart marmer met daarin fossielen van slakken en inktvissen van 380 miljoen jaar oud (info van gids) wordt verwerkt tot tafelbladen, wastafels, fonteinen en siervoorwerpen. Heel bijzonder.
Er zijn ook wat kleinere objecten die je kunt kopen, maar alles is natuurlijk loodzwaar. Dus nee, ik neem geen zwartmarmeren schaaltjes en boekensteunen mee als souvenirs : - ).
En ook in de badkamer van mijn hotelkamer zit zo'n wastafelblad.
Morgen ga ik verder naar het westen, weer naar de bergen en naar de Todra en Dades Gorges. Zal wat pittiger fietsen zijn.
3 - 6 november, Marrakech - Rissani (4211 km vanaf Delft)
Hallo allemaal,
Ik heb geen idee wanneer ik dit verslag op de reisblog kan zetten, want internet is in dit gedeelte van Marokko een schaars goed. Ik fiets nu aan de oostkant van het Atlasgebergte, en de uitdrukking 'middle of nowhere' lijkt nog iets te geciviliseerd voor deze lege, onherbergzame streek. Ik heb het niet echt makkelijk momenteel. Ik mis m'n familie en vrienden en verlang naar huis, in ieder geval naar Nederland. Nooit gedacht dat ik heimwee zou krijgen, maar kennelijk zijn drie maanden weg van huis toch wel lang. Het komt ook doordat de samenleving hier zo anders is - ik word als het achtste wereldwonder bekeken als ik langsfiets. Dat bekijken is nog niet zo erg, maar ik word ook nageroepen, en niet alles klinkt even vriendelijk. Kortom, ik vraag me regelmatig af waar ik in 's hemelsnaam aan begonnen ben, en toen laatst een Duitse toerist naar mijn beweegredenen voor deze tocht vroeg vond ik het moeilijk daar antwoord op te geven. Desalniettemin, ik trap stevig door.....
Bovenstaande schreef ik eergisteren en inmiddels is m'n gemoedstoestand aanmerkelijk verbeterd. Ik ben wat meer gewend aan mensen en cultuur, de wegen zijn redelijk, de temperatuur is goed te doen (op ca. 1000 m hoogte) en het fietsen gaat lekker. En ik heb nu vanavond een heel prettig hotel in Rissani , Kasbah Ennasra. Het is de laatste stad voor de Sahara-duinen, en morgen fiets ik die kant uit (oostelijk), tot dichtbij de Algerijnse grens.
Er is me door een bezorgde vriendin gevraagd wat vaker van me te laten horen op dit blog vanuit Marokko. Nu, ik heb hier goede internetverbinding, dus dat doe ik dan maar, ok Jacq? Geen enkel probleem, vind het ook veel te leuk jullie reacties te lezen! En ik lees nu net dat ook Paul, Magda en Maxime graag wat sneller bericht van me willen hebben. Doet me heel goed, jullie belangstelling en bezorgdheid!
Donderdag 3 november, Marrakech - Agdez (300 km met de auto)
Rond negen uur vertrek ik vanuit Marrakech met Toufik in zijn grote auto (SUV of SPV of zo), waar mijn fiets keurig in staat. Aan de rand van Marrakech, waarvan een groot gedeelte helemaal ommuurd is, kun je het Atlasgebergte al in de verte zien oprijzen.
De toppen reiken tot 4000 m, en zijn besneeuwd. De weg is druk, tweebaans met gravel/zand vluchtstroken. De brommers, fietsers, ezels en wandelaars worden daarheen getoeterd door de auto's en vrachtwagens. Fijn vooruitzicht voor straks.
Het is een mooie rit door de bergen, met af en toe een blik op besneeuwde toppen,
En spectaculaire haarspeldbochten.
Toufik rijdt alleen heel erg hard. Ik twijfel de hele tijd of ik hem zal vragen langzamer te rijden, maar ja, hij moet ook weer terug naar Marrakech. We komen langs de eerste authentieke kasbahs, opgetrokken uit leem versterkt met stro.
Bij een uitzichtpunt stoppen we even.
Bij half drie zijn we in Agdez, een klein plaatsje. Vanaf het min of meer nieuwe centrum draaien we linksaf richting het oude centrum van het plaatsje, smalle steegjes met allemaal lemen muren. Op een binnenplaatsje stoppen we bij het hotel, Dar Qamar. Aan de buitenkant ziet het er erg primitief uit, maar binnenin is het verrassend comfortabel. Lage gebouwen met de kamers rond een tuin en er is een centrale binnenplaats met daaraan grenzend de keuken, een soort huiskamer en een restaurant. De eigenaar is een Fransman, en het eten is een smakelijke mix van de Franse en Marokkaanse keuken (en hier is wijn verkrijgbaar!)
Vrijdag 4 november, Agdez - Tamsahalte, 94 km
Ik sta een uur te vroeg op omdat de tijdsinstelling van m'n wekkertje een uur versprongen is. Ik kom daar echter pas achter als ik gedoucht, aangekleed en gepakt ben. Dan nog maar even doezelen in fietskleding tot het ontbijt. Het waait ontzettend hard en de hoteleigenaar kijkt wat zorgelijk; volgens hem zal ik het eerste stuk van ca. 30 km wind mee hebben, maar daarna, als ik linksaf geslagen ben, zal ik het moeilijk krijgen. Gisteren keek hij ook al zo somber naar m'n voorgenomen fietstocht - geeft me geen prettig gevoel, zo aan het begin van het fietsen in Marokko. Ik zie op tegen de wind, het verkeer, de reacties van de lokale bevolking en vrees voor pech met de fiets. Ik bedenk dat ik voor hetzelfde geld een luxe cruise had kunnen maken, of een paar weken een vakantiehuis met zwembad in Toscane had kunnen huren........ Maar ik stap toch op de fiets, wat moet ik anders?
Eerst terug door de steegjes met lemen huizen
Naar het centrum van het nieuwe gedeelte van het Agdez.
Bij Agdez ligt de Jbel Kissani (suikertaart) berg:
Het eerste stuk fiets ik door de Draa Vallei, die als een groen lint door het bruingele berglandschap loopt.
En het klopt, ik heb inderdaad de harde wind mee! Het asfalt is goed, maar wat ruw, wat resulteert in een rammelend voorspatbord. Het verkeer is matig druk, maar geen probleem. Het terrein in bijna vlak, met een enkele helling, dus op zich gaat dat prima. Langs de weg zitten en staan soms mensen; vooral de vrouwen in hun kleurrijke gewaden zou ik graag op de foto zetten, maar hoe doe ik dat zonder ongelooflijk onbeleefd te zijn?
Ik passeer soms een kasbah; de meeste liggen een eind van de weg af maar een enkele keer komt de weg er vlak langs.
Na 30 km moet ik linksaf slaan en daar is een enigszins westers uitziende 'auberge' waar ik koffie drink en een sanitaire stop maak; jawel, de klassieke Franse hurk-wc! Tot mijn blijdschap blijf ik harde wind mee houden, dat gecombineerd met vrijwel vlak terrein levert snelheden op van soms 35 km/u, ongekend deze fietstocht. Aan het eind van de dag is de gemiddelde snelheid dan ook 21 km/u, het hoogste wat ik tot nu toe gehaald heb.
De provinciegrenzen worden hier aangegeven met typische poorten
En dan volgt er weer een historisch moment: ik bereik de 4000 km!
En dat was op dit punt, in een kale, stenige, woestijnachtige omgeving. Hoe Marokkaans kan het zijn?
Ik schiet goed op dankzij de wind. In Nekob (ook wel N'kob) had ik willen lunchen. Er is daarmarkt, met heel veel mensen, auto's, ezelkarren etc., maar ik zie geen tentje voor een lunch. Bij een winkel(tje) koop ik daarom maar een paar bekertjes yoghurt. Als ik eruit loop bots ik bijna tegen een daar hangende afgehakte zwartbonte koeienkop aan van de slager ernaast. Erbij staan mannen in djellaba en het is een heel fotogeniek typisch Marokkaans plaatje, maar ik durf het niet aan een foto te maken, het lijkt zo onbeleefd. Ik loop nog even naar een steegje ertegenover, om te kijken of ik van een afstandje wel een foto kan maken, maar nee. Wel lukt het onderstaande foto te maken, een tijdloos Marokkaans beeld.
Als ik weer verder wil gaan passeert er een rood bestelbusje met Arabische en Westerse opschriften en ik registreer: 'levensmiddelengroothandel, Almere'. Echt een heel gek gezicht in deze oriëntaalse plaats. De mensen hier zijn overigens aanzienlijk donkerder van huidskleur dan in Tanger en Marrakech, tot aan negroïde toe. Dit is duidelijk een plek waar noord en centraal Afrika samen komen. Als ik verder fiets wordt het landschap steeds droger, kaler en steniger. Dit is een zogeheten wadi of oued, een rivierbedding:
Dan kom ik, veel vroeger dan ik verwacht had, bij de afslag naar m'n hotel, Riad du Sud. Ik ploeg al lopend ruim een kilometer over het zandige en stenige pad; het zand striemt nu door de harde wind in m'n gezicht, tot aan de kasbah. Het hotel is redelijk primitief, maar er is een vriendelijke ontvangst met munttheedoor Mohammed (erg origineel zijn ze niet met naamgeving in Marokko).
De kamer ligt aan de centrale tuin en heeft een effectief slot op de deur.
Ik ga nog een stukje wandelen door het kale landschap en daarna door de kasbah, ook hier weer mooie plaatjes van oude mannen gehurkt tegen lemen muren, en een vijftal vrouwen in kleurrijke gewaden en sjaals die lopen door de palmeraie (oase met palmbomen en kleine landbouwveldjes), maar durf dit niet te fotograferen. M'n hotel is het gebouw links op de foto:
Zaterdag 5 november, Tamsahalte - (14 km vóór vò) ò``ooAlnif, 61 km
Bij het vertrek vanuit het plaatsje (eerst 1,3 km lopen over zand/stenen pad) zie ik een tafereeltje wat je evengoed een paar duizend jaar geleden had kunnen zien: twee meisjes in kleurrijke gewaden, met een ezel op weg door de palm-oase. Wederom vind ik het te onbeleefd om te fotograferen, dus jullie moeten het doen met deze beschrijving. Ik heb gelukkig nog steeds wind mee, de weg is rustig, en het landschap is kaal en onherbergzaam.
Na een tijdje kom ik in het plaatsje Tazzarine, waar het een drukte van belang is. Bij een cafeetje ga ik koffiedrinken. De jongen achter de toonbank vraagt of ik uit Frankrijk kom. Als ik antwoord dat ik Nederlandse ben is zijn reactie: 'goedemorgen, zonder zorgen!'. En dat is niet het enige, hij spreekt heel behoorlijk Nederlands en we hebben even een gesprekje. Op het terrasje neem ik zo onopvallend mogelijk wat foto's van straatbeeld en voorbijgangers:
Dan weer verder door het kale landschap.
Helaas is het wegdek hier een stuk slechter geworden, met gaten en kuilen, en ik heb meer moeite met de 60 km vandaag dan met de 94 km van gisteren. Ben blij bij m'n hotel aan te komen, 14 km voor Alnif, een vrij luxueus (voor deze streek) complex, met een fris betegelde kamer en een sfeervolle hal.
Zondag 6 november, Alnif - Rissani, 110 km
Omdat er vandaag een lang traject op het programma staat vertrek ik al om half acht, het is nog koud. Het asfalt lijkt weer iets beter, maar er is bijna geen rugwind meer, dus ik zal het echt allemaal zelf moeten trappen!
En ik moet nu dus nog 102 km:
Vlak voor Alnif komt ineens een Europees uitziende vakantiefietser me tegemoet. We stoppen gelijktijdig voor een praatje, en even later komt ook zijn vriendin er aan. Het zijn Matthieu en Chloé uit Auch, Zuid-Frankrijk, en zij zijn al sinds 15 augustus onderweg.
(Chloé's handen zijn gisteren met henna geverfd.) Het is voor het eerst sinds een maand dat zij een andere vakantiefietser tegenkomen, en we wisselen ervaringen uit. Leuk! Dan moet ik toch weer verder. Ik drink koffie in een klein heel eenvoudig cafeetje in het laatste dorpje voor een stuk van 50 km niemandsland. En dan zie je hoever de Nederlandse invloedssfeer reikt : -)
Daarna dus de 50 km kaal woestijnachtig niemandsland. Apart landschap, maar het wordt wel wat saai. Wegdek is weer goed, en het is maar heel licht glooiend, dus ik rijd ruim 20 km/u gemiddeld. Schiet lekker op.
En deze hoogvlakte is heel weids (geloof dat ik hierboven, bij het veerslag van gisteren,een soortgelijke panoramafoto heb geplaatst,maar ja, het landschap strekt zich kilometers lang zo uit):
En ik zag deze voorziening voor de heel dorstige reiziger:
Want ik nader de echte zandwoestijn, compleet met risico van zandverstuivingen:
Even over half drie kom ik aan bij het gereserveerde (en betaalde) hotel in Rissani. Het lijkt bij binnenkomst heel behoorlijk: mooi bewerkte poort aan de ingang met daarachter een weelderige tuin. Van binnen is het echter oud, verwaarloosd en stoffig, met krakkemikkig sanitair. Er is een zwembad, maar de bodem is dicht begroeid met alg of ander groenig spul. Verder ben ik de enige gast en de man van de receptie lijkt vooral geïnteresseerd in de televisie. Kortom, het is te deprimerend om hier een avond en nacht door te brengen. In m'n reisgidsje is ook een ander hotel genoemd, waar ik al langs gefietst ben, Kasbah Ennasra. Dus ik pak m'n spullen op en ga daar heen. Heel goede beslissing. Krijg mooie, traditioneel ingerichte kamer, met een eigen binnenplaatsje waar de fiets kan staan.
Er zijn aangename gastenverblijven binnen en buiten en er is een schoon zwembad (wel heel koud water). Verder zijn er een paar andere gasten, waaronder een jong Nederlands stel, met wie ik gezellig samen eet. En er is internetverbinding!
Morgen fiets ik 40 km oostelijk, naar Merzouga, waar de zandduinen van de Sahara beginnen, dichtbij de grens met Algerije. Verheug me er op!
29 oktober - 2 november, Tarifa - Marrakech (3946 km vanaf Delft).
Hallo lieve blogvolgers,
Nu ben ik dus in Marokko, dat heb ik gehaald! Ik heb hier nog niet echt gefietst, dat gaat overmorgen pas gebeuren. Ik heb een paar dagen in Tanger doorgebracht, bijna een hele dag met de trein gereisd, en een dag puur toerist geweest in Marrakech. Hieronder het van dag-tot-dag verslag. (Je kunt natuurlijk ook naar het blogdeel met alle foto's gaan. Daar staan nog meer foto's dan ik hier in dit verslag heb geplaatst.)
Zaterdag 29 oktober, Tarifa (Spanje) - Tanger (Marokko), 3 km op de fiets (de rest per veerboot)
De veerboot doet 35 minuten over de overtocht, en die breng ik vrijwel allemaal door staand in een rij om m'n paspoort te laten controleren en stempelen, niet erg efficiënt en zeker niet klantvriendelijk, maar ja, het is niet anders.
Van de boot af gaat snel: de lopende passagiers moeten allemaal over een loopbrug en ongetwijfeld ook weer in een rij. Ik, als enige fietser, mag vóór de auto's uit door de controlepost en zo fiets ik ineens in Tanger. Het verkeer is rommelig en druk, maar niet onoverkomelijk chaotisch. Via internet had ik een hotel geboekt en dat kan ik snel vinden. Daarna ga ik de stad in, althans de zgn. 'nouvelle ville', aangelegd vanaf het begin van de 20e eeuw. Het is aanvankelijk wel een cultuurschok; ondanks dat ik me wel had voorbereid op een islamitische samenleving, met gescheiden rollen en gedragspatronen voor mannen en vrouwen, en op een lagere levensstandaard dan in Europa, is het verschil toch groter dan ik verwacht had. Zo dacht ik dat hooguit de helft van de vrouwen een hoofddoek zou dragen, en slechts enkelen de traditionele kaftan. In werkelijkheid - althans hier in Tanger - loopt slechts zo'n 5% van de vrouwen zonder hoofddoek. Een meerderheid draagt ook een kaftan, een enkele keer zonder hoofddoek. Ik zie ook soms sluiers voor het gezicht, van net aan de kin bedekkend tot een volledige burka. Een deel van de (vooral oudere) mannen draagt een djellaba (= kaftan met puntcapuchon). Jonge mannen - en dat lijkt wel de meerderheid van de bevolking hier, gaan over het algemeen volledig westers gekleed. Die kleding lijkt slechts een onderdeel van hun grotere totale vrijheid. Zo zitten in de traditionele cafés alleen mannen. In de wat modernere cafés soms ook vrouwen, maar dan vrijwel altijd met een man samen. Alleen in enkele moderne grand cafés heb ik ook vrouwen met elkaar gezien. De enige alleen zittende vrouw ben ik. Hoe ik ook m'n best doe om me zo conservatief en bedekkend mogelijk te kleden, ik val erg op, zeker nu met m'n bijna witgebleekte haar. Er zijn wel wat andere toeristen, maar die lopen ofwel in grote groepen met een sticker op de (soms echt veel te blote) shirts achter een gids aan, ofwel (en dat zijn er ook maar weinig) het zijn echtparen. En op de fiets heb ik helemaal bekijks - ik heb hier ook nog geen enkele andere vrouw op de fiets gezien, dus dat wordt straks nog wat. Hoewel het fietsen me ook een zeker soort zelfvertrouwen geeft: ik ben dan geen aapjeskijkende toerist, maar ben bezig met een sportieve tocht.
Het tijdsverschil met de Europese zomertijd is 2 uur, en om zes uur 's avonds wordt het snel donker.
Zondag 30 oktober, Tanger, 7 km
Op advies van de hotelreceptionist doe ik een 'excursie' met een taxi. De chauffeur (oudere man, weinig tanden, vriendelijk) rijdt me rond door Tanger, de buitenwijken, uitzichtpunten en langs huizen en paleizen van de heel rijken. Hij laat me dus de voor hem bijzondere dingen zien, terwijl ik eigenlijk meer geïnteresseerd ben in het 'gewone' Marokko. Zo toont hij me de Romeinse graven:
(In een Europees land zou hier op zijn minst een hek omheen staan en waarschijnlijk toegangsgeld voor geheven worden. Hier loopt iedereen er zo overheen en wordt het als picknick- c.q. afvalplaats gebruikt.......)
Omdat ik ook de kasbah en medina wil zien (vesting en oude stad) belt de taxichauffeur een gids en word ik daaraan overgedragen : - ). De gids is een voormalig journalist die Engels spreekt, maar met een dusdanig accent dat ik het Frans van de taxichauffeur haast makkelijker te volgen vond. Op diverse plekken is er een informele markt met vooral groente en fruit. Tweemaal per week komen Berbers uit het Rif-gebergte naar Tanger om de opbrengsten van hun boerderijtjes te verkopen. De vrouwen zijn in typische klederdracht.
We lopen verder door de medina en ik vind het prettig om bij dit eerste bezoek een gids bij me te hebben - het is hier niet bedreigend of zo, maar zo raak ik langzaam hier gewend. We komen ook bij de Grand Socco, een levendig plein vlak voor de toegang tot de medina.
's Middags probeer ik nogmaals vervoer naar Marrakech (600 km zuidelijk van Tanger) te regelen voor mij en de fiets. Gisteren had ik al geïnformeerd bij het station, maar daar werd me duidelijk gemaakt dat ik de fiets apart zou moeten laten vervoeren, via een ander station. Dat leek me écht geen goed idee. Een andere mogelijkheid was met de bus gaan, daarin zou de fiets wel mee kunnen. Maar bij de Gare Routière (busstation) was het zo'n chaos, met diverse kleine kantoortjes van verschillende busmaatschappijen en massa's mensen en geschreeuw en gedoe, dat de moed me in de schoenen zonk. Toen ook nog bleek dat er alleen aan het eind van de middag bussen vertrekken, die dan midden in de nacht in Marrakech aankomen, leek dit een nog minder aantrekkelijke optie. Bij het treinstation vertelt een andere beambte me net als zijn collega gisteren dat ik de fiets apart moet versturen; er zit dus niets anders op en ik fiets, met een paar keer de weg vragen, naar het andere station en geef daar met pijn in m'n hart en grote ongerustheid m'n fiets af bij het expeditiekantoortje. Er wordt me verzekerd dat de fiets zonder problemen dinsdagmiddag 1 november in Marrakecht zal zijn. Ik hoop het .........
Maandag 31 oktober, Tanger (uiteraard niet gefietst)
's Ochtends loop ik door de 'nouvelle ville', met grote appartementsgebouwen uit de jaren dertig van de 20e eeuw. Sommige delen hebben nog wat grandeur, en andere zijn echt nieuw
maar een groot deel ziet er ook verwaarloosd uit. Ik ruik ineens een geur die ik even niet thuis kan brengen, boerenland? Dan zie ik, in een parkeergarage (!) een aantal schapen staan op stro achter wat hekken.
En dat is in dit gebouw:
Komende maandag is het slachtfeest en elke - uitgebreide - familie koopt daarvoor een schaap dat dan (ritueel) geslacht zal worden. Tot die tijd worden de gekochte schapen, thuis, op binnenplaatsjes en balkons, en hier dus in de parkeergarage gehouden. Ik zag zelfs een schaap vervoerd worden op de achterbank van een nog heel behoorlijke personenauto!
Na een tijdje kom ik in een soort volkswijk terecht met allerlei straathandel.
Aanvankelijk zette ik voortdurend m'n zonnebril op als een soort schild voor de loerende blikken en opmerkingenvan sommige Marokkaanse mannen, maar ik heb vandaag gemerkt dat ik er minder last van heb zonder zonnebril. Waarschijnlijk komt dat omdat een zonnebril wat leeftijdverhullend is. Je gaat natuurlijk niet fluiten naar iemand die je moeder had kunnen zijn : - ).
Als ik de weg terug vanuit de volkswijk gevonden heb kom ik in de buurt van de Grand Socco bij een rijtje werkplaatsjes van siersmeedwerk. Hier zijn de ambachten soms dus nog bij elkaar gebundeld, zoals in vroeger eeuwen ook in Europa gebruikelijk.
Een ander onderdeel van de eerdergenoemde cultuurschok is (het ontbreken van) de alcohol. Werd er in Spanje rustig bij het ontbijt koffie met sterke drank erin of ernaast gebruikt, en werd verder zowat de hele dag alcohol gedronken; hier is zelfs in het Italiaanse restaurant geen wijn te krijgen! Even afkicken, dus. En het is hier vrij smerig. Alles wordt gewoon op straat gegooid en hygiëne lijkt een onbekend begrip, om over milieubewustzijn nog maar te zwijgen. Mooie nieuwe gebouwen staan naast braakliggende terreinen waar afval wordt gedumpt en vooralsnog mijd ik het zoveel mogelijk om naar het toilet te gaan buiten m'n hotel.
Maar ik merk al na 2 dagen dat ik toch ga wennen, gelukkig. Ik loop met veel meer zelfvertrouwen door de stad dan de eerste dag. Groot voordeel hier is dat ik me verstaanbaar kan maken met Frans. Hoewel ik de eerste dagen weer eens alle talen door elkaar gooi en 'gracias' zeg als er koffie voor me wordt neergezet.........
1 november, Tanger - Marrakech (600 km per trein)
Met een 'kleine' taxi ga ik naar het station. Dit zijn taxi's die alleen binnen de stad rijden, hier zijn ze turquoise met een gele streep.
Ik had - zonder me er van bewust te zijn - een 2e klas treinkaartje gekocht, maar de treinreis duurt 8,5 uur en dan is een beetje comfort en vooral ruimte wel prettig. Voor een paar euro bijbetaling heb ik een ruimere plek.
Een tijdje zit ik alleen en kijk ik naar het vrij kale landschap en o.a. mensen die op ezels onderweg zijn.
Dan krijg ik een medepassagier in de coupé: een aardige spraakzame apotheker, die voor scholing en congressen regelmatig naar Europa, m.n. Brussel, reist. We behandelen o.a. de historie van Marokko, de (wereld)economie, cultuurverschillen en religie. Kortom, ik moet nogal op m'n Franse tenen staan : - ). Nadat hij na zo'n 4 uur uitstapt, komt een wat somber kijkende man in de coupé zitten, die bij de politie werkt en ook spraakzaam is. Weinig naar buiten kijken dus, en al helemaal niet lezen......
Ik moet overstappen in Casablanca en in de vrij volle coupé komen als laatsten een vrij grote Marokkaanse man en meisje binnen, die naast me gaan zitten. Echter, ik hoor de man een gesprek voeren met zijn mobieltje in het Nederlands. Hij blijkt uit Amsterdam te komen en bezoekt nu o.a. zijn grootouders. Leuk en relaxed om Nederlands te kunnen praten. Even na vieren komt de trein aan in Marrakech.
In de stationshal staat de chauffeur van Sentiers Berbères (de organisatie die de hotels in Marokko voor m'n fietsreis heeft geregeld, evenals de transfers) keurig op me te wachten met een papier met mijn naam erop. Dan gaan we gezamenlijk op zoek naar m'n fiets. We worden van de ene plek naar de andere verwezen, en ik word steeds ongeruster, en als we dan eindelijk bij het goede depot zijn, wordt bewaarheid waar ik al voor vreesde: mijn fiets is er niet!!! Ik schiet in de stress en sta bijna te janken. Dan maakt de man van het bagagedepot nog een grapje in de trant van 'dan pak je toch een andere fiets die hier staat'. Ik ontplof zowat en schreeuw 'Non, non, non !!!'. Ik kom vast wel hysterisch over, jammer dan, ze begrijpen in ieder geval dat het heel belangrijk voor me is. De baas gaat bellen - duurt heel lang - en komt geruststellend lachend naar me toe en verzekert me dat de fiets er mogen zal zijn; hij zou nu nog in Casablanca staan. Morgen terugkomen dus. Ik ben er absoluut niet gerust op maar probeer het van me af te zetten.
M'n hotel is vlakbij het beroemde Jemaa El Fna plein (quote wikipedia):
Djemaa el Fna (Arabisch: ???? ??????) is een centraal plein in de Marokkaanse stad Marrakesh. Het plein is erg populair bij toeristen. 's Ochtends wordt er een markt gehouden waar je allerlei authentieke Marokkaanse producten kunt kopen. In de middag verandert het plein in een soort van ongeorganiseerde chaos. Tussen de duizenden bezoekers zijn diverse curiositeiten te zien, zoals: slangenbezweerders, tandentrekkers, verhalenvertellers, acrobaten, waterverkopers in traditionele klederdracht en muzikanten. Rondom het plein bevinden zich diverse restaurants en hotels. Aan de noordoostkant van het plein ligt een soek.
Het Djemaa el Fna-plein werd in 2001 toegevoegd aan de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van UNESCO.
Dit klopt wel zo'n beetje. Zie de foto's:
Woensdag 2 november, Marrakech
Gelukkig, gelukkig, gelukkig! M'n fiets is er! Na het ontbijt op een soort dakterras van m'n hotel met Monsieur Toufik (de chaffeur) naar het bagagedepot gereden en daar was m'n fiets - onbeschadigd - gearriveerd. We handelen het papierwerk af en de fiets gaat achterin de SUV.
Als ik deze foto maak zegt Toufik: C'est ton bébé! Dat klopt wel een beetje.
De rest van deze dag kan ik gewoon toerist zijn en in de souks verdwalen (moet de hulp van 2 jongetjes inschakelen om er uit te komen; in dit doolhof met doodlopende straatjes red ik het niet met m'n richtinggevoel). Zie verder de foto's hieronder en in de aparte fotoserie en bedenk erbij de geuren van kruiden, het geroep van straatverkopers, de herrie en stank van rondscheurende brommers, de regelmatige oproepen tot gebed en Arabische muziek.
Hieronder eerste de Koutoubia moskee, de grootste van Marrakech en Marokko:
En dan beelden van de souk:
Laat in de middag wil ik per taxi naar de Jardin des Majorelles, de grote tuin bij de villa van de overleden Franse couturier Yves Saint Laurent, die is opengesteld voor publiek, maar ik laat me door een rijtuigkoetsier overhalen en ga er als heel decadente toerist per rijtuig heen : - )
Morgen ga ik met de chauffeur over het Atlasgebergte (er schijnt sneeuw te liggen) naar Agdez, en overmorgen begint het echte fietsen weer!
18-28 oktober, Gibraltar - Algeciras - Tarifa (3936 km vanaf Delft).
Hallo!
Ik ben nu echt in het allerzuidelijkste puntje van Spanje, en dat is tegelijk de meest zuidelijke plaats van het vasteland van Europa: Tarifa op 36° noorderbreedte. Ik heb hier een paar ontspannen dagen doorgebracht, en neem morgen de veerboot naar Marokko. Ik heb m'n boekjes 'wat en hoe' in het Arabisch en voor de zekerheid ook maar het Frans alvast tevoorschijn gehaald en de door Dennis opgestuurde 'Lonely Planet' gids doorgenomen, dus ik ben enigszins voorbereid. Maar nu eerst het verslag van de dagen op Brits grondgebied (inclusief Britse geuren, zoals Fish & Chips.....) en de laatste dagen in Spanje. Érg weinig gefietst deze periode, en heel veel de toerist uitgehangen. Veel dierenfoto's in dit verslag, m.n. apen. En ter compensatie van het weinige fietsen heb ik wel veel gewandeld en zelfs een eerste kitesurf les gehad!
Dinsdag 18 oktober, La Linéa de Concepción - Gibraltar, 5 km
Nadat ik de grens heb gepasseerd fiets ik (gewoon aan de rechterkant, hier is geen links verkeer) naar het toeristenbureau op het centrale plein van Gibraltar, de Casemate Square. Inderdaad, kazematten. Gibraltar is door de eeuwen heen, onder verschillende heerschappijen, altijd een militaire basis geweest en de stad zelf is feitelijk een vesting met vooral veel 19e eeuwse Britse bastions, vestingwallen etc. Het is zo grappig om ineens op Brits territorium te zijn, met Engelse straatnaamborden, politie-agenten met 'bobby-helmen', rode telefooncellen en overal fish & chips.
De naam Gibraltar is overigens een verbastering van Gibel Tarik, wat Tarik's heuvel betekent. Tarik was een Moorse leider die hier landde in 711. De Moorse overheersing duurde tot in de 15e eeuw, daarna kwamen o.a. Portugezen en Nederlanders (!) en uiteindelijk dus de Britten. Via het toeristenbureau regel ik een kamer bij het Bristol Hotel, wat qua inrichting veel weg heeft van Fawlty Towers: allerlei gangetjes en trappetjes, en om bij de ontbijtkamer en de tuin te komen moet je eerst naar de begane grond, daar weer een andere trap op, door een gangetje dat als een brug over de straat hangt en dan weer omlaag. En uiteraard ligt overal (wat versleten en smoezelig) tapijt. Ik heb een kleine kamer op de bovenste verdieping. Maar de mensen bij de receptie zijn heel aardig en ik kan mijn fiets binnen stallen. 's Middags loop ik rond en kom bij de jachthaven.
Daar kan ik een dolfijnen-boottocht maken, wat ik maar gelijk doe. Het is immers nu mooi helder weer. Goede beslissing; op de boot, waar formeel plaats is voor 49 mensen, gaan nu maar acht mensen mee, dus alle gelegenheid om van de ene kant naar de andere kant van de boot te lopen en goed zicht te hebben. En inderdaad, binnen niet al te lange tijd komen we een paar dolfijnen tegen.
Maar nog veel specialer is dat de bemanning in de verte een walvis spot, en met een flinke vaart gaan we daar op af. Het zijn een walvis en haar kalf (zo heet een walvisjong nou eenmaal). Geweldig, dit is de eerste keer in m'n leven dat ik een walvis in het echt en het wild zie.
We blijven ze een tijdje volgen, de bemanning is net zo enthousiast als de passagiers. Het is niet gebruikelijk dat ze zo dicht bij Gibraltar walvissen zien. We zijn ze even kwijt, maar dan zie ik in de verte lucht en water omhoog spuiten en ik wijs en roep (waarschijnlijk in het Nederlands) en de boot zet onmiddellijk koers in die richting, en dan zien we ze nog een keer.
We zijn zo een flink eind van de haven weg, en gaan dan ook met grote snelheid terug. Prachtige ervaring!
Op de terugweg naar het hotel kom ik langs dit beeld, ter herinnering aan de evacuatie van de burgerbevolking van Gibraltar tijdens en na de tweede wereldoorlog.
Woensdag 19 oktober, Gibraltar, 22 km
Helaas, ondanks de aanvankelijke charme van dit hotel is de nacht niet comfortabel. Zoals ik wel meer ben tegengekomen ligt tussen het laken en het matras een plastic zeiltje, en dat zorgt voor zweterige uren. Zou verboden moeten worden. Het ontbijt heet 'continental' en er zijn dus geen Engelse gebakken eieren en bacon, maar er is ook geen verse koffie, alleen oplospoeder! Morgen neem ik bij een of ander cafeetje een echt Engels ontbijt, of anders een Spaans, maar dit is vlees noch vis. Ik wil vandaag Gibraltar verder per fiets verkennen, aan de hand van een kaartje dat ik eergisteren van een bike rental organisatie in La Linea had gekregen. Het eerste stuk fietsen, tot aan Europa Point, helemaal in het zuiden, gaat prima. Ik kom langs een deel van het bastion:
Vlak voor Europa Point is een paar jaar geleden een grote moskee gebouwd. Het doet wat symbolisch aan hier op dit heel Britse schiereilandje: zijn de moren (mohammedanen) bezig met een hernieuwde claim op Europa?!
Maar ja, overheersingen en beschavingen zijn altijd een soort golfbeweging geweest, er is niets nieuws aan de hand. Na Europa Point, met vuurtoren,
moet ik omhoog. Het kaartje van de bike rental is wat al te optimistisch. Ze verhuurden overigens elektrische fietsen, en misschien zou je het daarmee redden. Maar zelfs met mijn training en huidige conditie, en zonder bagage, lukt het me niet de steile hellingen van de rots van Gibraltar op te fietsen. Nou ja, wandelen is ook lichaamsbeweging en je komt er uiteindelijk ook. Het duurt niet lang voor ik, naast het vrij spectaculaire uitzicht, de eerste apen zie.
Het is druk met taxibusjes met toeristen, en vlak onder het bord met de dringende aanbeveling ze niet te voeren geeft iedereen ze eten. Een vrouw is zo onverstandig buiten het cafeetje een ijsje te eten. Met een heel snelle en handige beweging graait een aap het ijsje uit haar hand en gaat het rustig zitten oppeuzelen.
Ik fiets/loop verder en kom bij O'Hara's battery, een kanon aan de zuidkant dat in de 2e wereldoorlog nog in functie was en dat je kunt bezichtigen.
Verderop naar het noorden, over de heel smalle en hoge rotskam, kom ik weer bij een groep apen en toeristen, en dan moet natuurlijk een klassieke foto genomen worden:
Overigens sprong het aapje uit zichzelf in m'n armen en het voelde heel zacht en speelgoedbeestachtig aan. Was helemaal vertederd. Dit is natuurlijk maar een heel kleine selectie apenfoto's; heb er meer dan 50 gemaakt......
En dit is bovenop de rots van Gibraltar (uitzicht naar het noorden, aan de oostkant):
Donderdag 20 oktober, Gibraltar, 12 km
Ik had, in het kader van mezelf een beetje verwennen, gisteren een afspraak gemaakt bij een schoonheidssalon voor een lichaamsmassage. Net als vorige keer, ergens in midden-Frankrijk, verwacht ik helemaal in de olie te worden gezet. Maar nee, het blijkt een Thaise massage te zijn: kleding aanhouden en allerlei duw- en trekwerk aan lichaam en ledematen door tengere Thaise jonge vrouw, die acrobatische toeren uithaalt op de smalle massagetafel. Niet onplezierig, hoewel af en toe een beetje pijnlijk, maar het lijkt me wel goed voor m'n spieren en gewrichten! Ik was van plan vandaag aan de stille oostkant naar het strandje te gaan en daar te gaan zwemmen, maar dat gaat niet lukken; het is daar ineens erg bewolkt en fris.
De dagen dat ik op (of is het 'in'?) Gibraltar ben is dat telkens zo: er komen wolken vanaf de Middellandse Zee aandrijven die blijven steken op de rotskam van Gibraltar. Aan de oostkant is het dan bewolkt, terwijl het aan de westkant voornamelijk helder blijft. Ik fiets daarom door, rond het eiland (door een lange tunnel, en dan weer langs Europa Point) en kom uit bij een strandje aan de westkant, waar het zonnig is. Breng de middag door met zwemmen en in de zon zitten lezen. Ik heb een Engelse vertaling van een boek van een bekende Spaanse schrijver: The Angel's Game van Carlos Ruiz Zafón. Boeiend boek, zeker het eerste driekwart gedeelte. Daarna lijkt het wat afgeraffeld en ik begrijp het einde niet (kan aan mij liggen). Ik stuur het terug naar huis en zal het dan nog eens lezen. Ik zit trouwens bij een barretje waar ik 'tinto de verano' leer kennen, een lichte rode prikkelende zomerwijn, lijkt op Lambrusco, lekkker! (En nee, daaraan ligt het niet dat ik het einde van het boek niet begrijp - dat lees ik pas een paar dagen later.)
Het is overigens grappig te horen hoe hier Engels en Spaans door elkaar wordt gebruikt, binnen een gesprek en zelfs binnen een zin. 's Avonds breng ik mijn fiets, voor controle van de remblokjes en bijstellen bij de plaatselijke fietsenmaker. Hij heeft er zo weinig werk aan dat hij er niets voor wil hebben. Voor de zekerheid koop ik een paar reserve remblokjes bij hem, waarschijnlijk zijn deze in Marokko lastig te krijgen.
Vrijdag 21 oktober, Gibraltar (niet gefietst)
Ik vind Gibraltar leuk, en blijf nog een dag extra, maar wil nu wel in een iets comfortabeler hotel verblijven, dus ik pak m'n boeltje op en loop 100 m verderop naar het O'Callaghan Elliott. Mooie, dure kamer, en ze durven voor WiFi verbinding 18 pond te vragen! Absurd, in elk hotel waar ik de afgelopen maanden ben geweest was het gratis, als ze het hadden. Onderweg naar de kabelbaan (zo kan je ook bovenop de rots komen, een stuk makkelijker) zie ik midden op Main Street een aap.
Soms komen ze dus zelfs beneden in de stad! En natuurlijk zitten ze boven bij de kabelbaan.
Het is vandaag zwaar bewolkt, en bovenop de rots zit je letterlijk in de wolken.
Ik loop boven naar St. Michael's cave, en bewonder daar de druipsteen formaties.
En deze foto - weer apen - moest ik wel hier plaatsen. Het ziet er zo aandoenlijk uit.
Zaterdag 22 oktober, Gibraltar - Algeciras, 8 km
Vandaag regent het (dat is heel lang geleden voor mij), en dan is Main Streetnóg Engelser, met paraplu's.
Omdat de route tussen Gibraltar en Algeciras door een (olie-)industriegebied loopt, en dus niet heel aantrekkelijk is om te fietsen, neem ik de veerboot. Jons en Martina (de Duitse vakantiefietsers die ik vorige week tegenkwam) hadden me dit aangeraden. Het is inderdaad heel comfortabel.
De haven van Algeciras is indrukwekkend, met grote containerterminals. En het doet me even denken aan m'n werk, of althans mijn kantoor. Op de bovenste etage van het FMO kantoorgebouw zit nl. een vestiging van APM terminals. Kleine wereld.
Omdat ik alle tijd heb, blijf ik in Algeciras overnachten. Ik vind een prettig hotel, het Mirador, met ruime kamer met een nog ruimer terras, dat uitkijkt op de baai en Gibraltar. Inderdaad een 'mirador'.
Ik maak nog een lange strandwandeling:
Het uitzicht 's avonds, vanaf mijn terras (met de panoramafunctie van het fototoestel, dus 180 graden):
En ter informatie: de naam Algeciras is een verbastering van een Arabische naam, Al Jazeera, inderdaad, ook de naam van het Arabische nieuwsstation.
Zondag 23 oktober, Algeciras - Tarifa, 26 km
Behalve dat ik tijd genoeg heb, is een andere reden dat ik nog een nachtje in Algeciras ben gebleven het feit dat dit laatste stuk van de route over de hoofdweg van Malaga naar Cadiz, de N340, loopt. Er is geen andere weg en het leek me verstandig om deze weg op zondag te nemen, dan is er immers minder vrachtverkeer. Maar nog even een blik, bij zonsopgang, op Gibraltar:
Ik moet twee 'puertes' over, 320 en 340 m, een makkie. De weg is redelijk druk, maar er is een brede vluchtstrook en er staat vandaag niet al te veel wind. In deze contreien waait het meestal stevig, niet voor niets is Tarifa het kitesurf centrum van Europa. Vanaf Gibraltar had ik in de verte al vage contouren gezien van het Rif-gebergte in Marokko, maar vandaag werp ik voor het eerst echt een blik op Afrika.
(Die blauwige lijn op de achtergrond is Afrika.)
Vlak voor Tarifa zit er een gier op de vangrail. Dat is ook voor hier behoorlijk ongebruikelijk. Mogelijk is hij gewond of zo, maar hij lijkt heel rustig te zitten.
In Tarifa vind ik snel het hostal (pension) dat ik van tevoren had geboekt. Keurige kamer, het hostal heeft alleen geen eigen restaurant of cafetaria. Dat blijkt geen enkel probleem, want ik zit middenin het oude centrum waar het wemelt van de restaurantjes en barretjes. Het pakketje met de lonely planet gids van Marokko, dat ik eerder terug naar huis had gestuurd samen met andere overtollige en te zware bagage, is door Dennis naar dit hostal gestuurd en ligt al op me te wachten. Soms lopen dingen wel zoals je het gepland had!
In de middag wandel ik door het stadje en naar de haven, en ben dan écht in het zuidelijkste puntje van het Europese vasteland, zoals ook duidelijk wordt gemaakt op een bord bij de haven:
Later die avond is er een mooie zonsondergang en dan schiet me iets te binnen wat Mieke me ooit verteld heeft. Mieke, wil je tegen je broer zeggen dat de zon, behalve bij Kijkduin, ook ondergaat bij Tarifa :-) ?
Maandag 24 oktober, Tarifa (niet gefietst)
Het hóóst van de regen. En verder ben ik, vrij plotseling, goed verkouden. Ik heb betere dagen gehad. Pluspunt is dat ik de wekker niet heb gezet en pas om half elf wakker word.
In de middag, als het droog is geworden, loop ik door het stadje. Tarifa is zeker geen typisch Spaans plaatsje. Het is eerder een verzamelplaats van vrijbuiters, (oude) hippies, rastafari's en vooral surfers. Het is rommelig, informeel, alternatief en lekker ontspannen. Een verzamelplaats van diverse nationaliteiten, met een enkele reguliere toerist ertussendoor. En natuurlijk ook 'gewone' Spaanse mensen. Nu ik toch alle tijd heb ga ik naar de kapper: wassen, knippen, drogen voor EUR 7. En Magda, het wordt echt keurig gedaan.......
Dinsdag 25 oktober, Tarifa (niet gefietst)
Ik ben nog steeds flink verkouden, maar het weer is wel opgeknapt: het is stralend zonnig.
Toen ik hier gisteren rondliep, heb ik een wasserette gezien. Vandaag laat ik daarom bijna al mijn kleren wassen. Ik heb het wel bijgehouden met wasbak-wasjes, maar het lijkt me heerlijk om alles eens goed fris te krijgen. Eerst breng ik al m'n zwarte kleding, inclusief fietsbroeken, en 2 uur later breng ik de rest van m'n kleding, inclusief hetgeen ik aanheb; ik verkleed me achterin de wasserette in net schoon gewassen zwarte kleren. Ik loop nog eens door het stadje en langs de stadspoort
Als ik daarna langs de haven slenter, fietsen twee mensen langs me, die ik onmiddellijk inschat als Nederlands: mooie sportieve fietsen, gewone zomerkleding aan, geen fietshelm. Even later loop ik ze tegen het lijf en maken we een praatje. Het zijn Els en Martien uit Valkenswaard, de een net gepensioneerd en de ander bijna, die ook al sinds begin augustus onderweg zijn. Maar dan wel een stuk luxueuzer dan ik: met een grote camper, de twee Gazelle-fietsen, en achter de camper zelfs een Smart-auto! We hebben een leuk gesprek, gaan gezellig samen koffie drinken, en ik vergeet een foto te maken. Ze vertellen dat ze eigenlijk hun huis wilden verkopen en een aantal jaar met de camper rondtrekken, maar de verkoop lukt niet erg. Hun huis is gebouwd als een Finse blokhut; uit de beschrijving maak ik op dat het net zo'n soort huis is als dat van Denis en Marina. (Ze vragen me naar de fabrikant van jullie huis, maar dat weet ik natuurlijk niet.) Verder kennen ze midden-Delfland goed, want ze komen oorspronkelijk uit de omgeving van Vlaardingen en Schiedam - nogmaals, kleine wereld!
In de middag loop ik weer naar de haven, en aangezien het vandaag heel helder is, lijkt Afrika zelfs zwemmend te bereiken!
Daarna wandel ik een eind over een soort boulevardje (meer een voetpad) langs het Atlantische strand. In de verte komen dreigen donkere wolken over de bergen, maar blijven daar hangen.
Het is in deze tijd van het jaar niet druk meer, maar er zijn nog steeds surfers.
In een wat gammel strandtentje drink ik thee en lees ik in een hier gekocht Engelstalig boek . Er klinkt muziek van de Monkees - de jaren zestig zijn hier nog alive and kicking! Aan het eind van de middag ga ik het kasteel van de Moorse vorst Guzman el Bueno bekijken - niet echt bijzonder, wel mooi uitzicht naar Afrika en over de haven.
Woensdag 26 oktober, Tarifas - Facinas - Tarifa, 50 km
Ik heb me gisteren in een opwelling opgegeven voor een kitesurfles........ Als je in de kitesurf-hoofdstad van Europa bent, moet je er toch iets aan doen, niet? Ik fiets naar de winkel van Dragon Tarifa, even buiten het stadje en daar gaat m'n fiets zonder al te veel problemen achterin en bovenop de achterleuning van een wat aftands bestelautootje, en met de instructeur ga ik op weg naar het strand. Het waait aanvankelijk nog niet erg hard, en hij wil kijken waar de wind het beste is. De instructeur, Mike, een Duitse jonge man, is het prototype van hoe je je een surfinstructeur voorstelt: groot, gespierd maar tanig, diepzongebruind en helder blauwe ogen. Net zoiets als een skileraar; heeft vast veel aandacht van meisjes. Maar hij blijkt aardig en legt goed uit. Z'n hond Paxos is er bij, een vondeling uit Griekenland van onbestemd ras. In eerste instantie rijden we naar de (rudimentaire) strandtent Waves, wat de vaste basis is van Dragon Tarifa.
Mike pakt de benodigde uitrusting en dan gaan we toch een stukje terug en daar gaan we het vrijwel lege strand op en krijg ik m'n eerste instructies.
Ik krijg een soort broek aan met een heel stevige band om m'n middel, waaraan de vlieger (kite) wordt vastgehaakt. Eerst oefen ik met een kleine kite.
Als ik die enigszins onder controle heb en er achtjes mee kan draaien, komt een echte kite aan de beurt. Het blijft bij een les op het strand, want eerst moet je de vlieger goed onder controle hebben (en dat kost een paar lessen) en dan zou je pas het water op kunnen. Ik had een groepsles geboekt voor 3 uur, waarbij ik met maximaal 3 anderen les zou krijgen, maar aangezien ik de hele groep ben, is het een privéles van ruim 2 uur geworden.
Goed, de grote kite. Die moet worden opgepompt, althans de rand en een aantal 'ribben'. Hier komt veel meer kracht op te staan. Dan moet ik ook een helm op (ik protesteer niet eens). Aanvankelijk gaat het best goed.
Ik oefen ook met deze met achtjes draaien en hem op verschillende standen zetten, wat lukt. Dan moet ik gaan zitten en word door de kite een heel eind door het zand voortgetrokken, léuk!
Daarna slaat kennelijk wat vermoeidheid toe en heb ik de kite niet altijd meer onder controle. Eén keer klapt hij neer vlakbij een paar wandelaars (sorry, sorry!) en een paar keer ga ik zelf onderuit op m'n knieën. Na ruim twee uur is het voor mij dan ook goed om te stoppen. Maar ik zou best graag nog een paar lessen willen hebben!
Na een rust- en lunchpauze in Tarifa ga ik om vier uur nog een stukje fietsen. De dame uit het toeristenbureau had me op een kaartje een route laten zien. Er staat geen schaalverdeling op de kaart en ook worden geen kilometers vermeld, dus ik fiets wat op de gok.
Opvallend is hoeveel warmer het is zodra je een kilometer landinwaarts bent. En, hoe kan het ook anders, het wemelt hier van de windmolens.
Op de terugweg moet ik me haasten om voor donker terug te zijn. Al met al vandaag zo'n 50 km gefietst. Heel goed, ik had wat oefening nodig!
Donderdag 27 oktober, Tarifa, niet gefietst
Vandaag geprobeerd de overtocht naar Tanger te regelen. Er gaan hiervandaan zo'n beetje om het uur veerboten die je in 35 minuten overzetten, dus dat is het probleem niet. Maar er is ook de mogelijkheid om tegelijk een excursie naar de oude en nieuwe stad (Medina en Nouvelle Ville) van Tanger te maken, met typisch Marokkaanse lunch en diner en een overnachting. Leek me wel handig als eerste introductie in Marokko, maar m'n fiets lijkt een onoverkomelijk probleem. Pas als er vrij veel deelnemers aan zo'n excursie zijn wordt er een grote bus ingezet, waarin de fiets misschien mee zou kunnen. En ik ben tot nu toe de enige...... Mopper! Verder is het wisselend weer, een eufemisme voor af en toe stevige regenbuien. Ik ontbijt daarom op m'n gemak in het restaurantje om de hoek.
's Middags klaart het op en ik maak een wandeling over een (heel modderig) kustpad in noordoostelijke richting, dus langs de Middellandse Zee.
Maar plotseling komt er weer een hevige stortbui aanzetten en ik haast me terug. Net op tijd glibber ik in de rivierbedding onder het bruggetje en blijf zo enigszins droog.
Vrijdag 28 oktober, Tarifa (niet gefietst)
Ik stuur weer eens een pakketje naar huis: paar boeken, de Benjaminse reisgids, kaarten van Spanje en Andalusië, twee volgeschreven dagboekschriften en een niet gebruikte fietsbroek. Scheelt toch weer twee kilo! De plek van m'n hostal is werkelijk perfect: op 25m afstand zit het ontbijtrestaurantje en nog eens 25m verder het postkantoor.
Vandaag een luie vakantiedag, met alleen een lange strandwandeling en lezen op terrasjes.
Er zijn op dit strand gewone surfers,
maar vooralheel veel kitesurfers! Leuk gezicht al die kleurige schermen.
Het laatste terrasje van vandaag en in Tarifa, op de paseo. Zodra de zon verdwenen is, wordt het nu toch wel koud.
Ik eet in een restaurant dat me door de nachtwaker mijn hostal is aangeraden, Casa Juan Luis. Het is inderdaad goed. Ik krijg geen menukaart, maar er wordt me gewoon het eten van die dag voorgezet, met onbeperkt wijn, diverse hapjes vooraf, een stuk varkensvlees (waarvan ik met enige moeite toch de helft opeet) en als nagerecht (postre) grote druiven, oude kaas, koekjes en een heerlijke likeur. Er was me nog een flyer in de hand gedrukt van een 'concert' in een barretje, en daar drink ik koffie, alvorens me aan dit blog te wijden.
11-18 oktober, Alhama de Granada - Villanueva de Cauche - Antequera- El Burgo - Ronda - Jimena de la Frontera - La Linéa de Concepción - Gibraltar (3818 km vanaf Delft).
Lieve familie, vrienden en andere bekenden (en wellicht onbekenden),
Ik ben bijna in het meest zuidelijke puntje van Spanje. Ik was de hele tijd een beetje bang de planning niet te halen (ik moet op 1 november in Marrakech zijn), en heb me daarom telkens wat gehaast, met als gevolg dat ik nu ruim op tijd ben. Voor degenen die me kennen, is dat heel verrassend! Dus nu ga ik een paar dagen rondkijken in Gibraltar, dan fiets ik naar Tarifa, waar ik van 24-28 oktober zal zijn, en van daaruit neem ik de boot naar Tanger en dan de trein naar Marrakech, waar m'n enigszins georganiseerde rondreis door Marokko begint.
De afgelopen etappe was vrij gevarieerd, met bezoeken aan meer of minder bekende Andalusische plaatsen, ratten in het zwembad en een verkeersongeluk, onbedoeld door mij veroorzaakt........ Niet schrikken: geen persoonlijk letsel en met mij is alles goed.
Dinsdag 11 oktober, Alhama del Granada - Villanueva de Cauche, 70 km
Toen ik een paar dagen terug in Alhama aankwam, was een Engelse fietstour-organisator zo aardig om m'n ietwat lekke achterband te verwisselen. Bij het vertrek vanmorgen merk ik echter dat de versnelling achter niet goed staat: ik kan niet naar alle 9 bladen schakelen. Met het terugplaatsen van het wiel is dat in de haast niet helemaal goed gegaan. Even slaat de schrik me om 't hart, er is nl. geen fietsenmaker in dit dorp en de fietstour-organisator zit nu in Sevilla. Maar met behulp van m'n zakmes en wat geduld weet ik de versnelling weer in orde te krijgen. Ben best een beetje trots op mezelf! Toch niet geheel hulpeloos op fietstechnisch gebied. Moet nogal wat klimmen vandaag, maar merk goed dat m'n banden harder zijn. Bovendien fiets ik het eerste stuk naar het noordwesten, dus zonlicht in de rug, en dat is zoveel prettiger en rustiger voor je ogen! (Leerpuntje voor een eventuele volgende tocht: de route moet in principe van zuid naar noord lopen, althans op het noordelijk halfrond!)
Even voor Ventas de Zafarraya kom ik op een hoogvlakte (jawel, vlákte, ik weet niet wat me overkomt), waar veel tuinbouw is: o.a. tomaten, artisjokken, bloemkool (dat laatste stinkt nogal).
Het is hier druk met tuinbouwvrachtauto's, en het lijkt wel of ze hier nog nooit een vrouw op een fiets gezien hebben; regelmatig wordt er naar me getoeterd - vrij irritant. In Ventas de Zafarraya fiets ik, zoals geadviseerd door Benjaminse, even door voor een mooi uitzichtpunt op een soort smalspoor viaduct. Inderdaad, vanaf hier kijk je kilometers ver naar het zuiden en zie je in de verte de Middellandse Zee.
Na Zafarraya stijgt de weg weer de bergen in. Ik fiets, vrij langzaam, keurig aan de uiterste rechterkant van de weg. Een tegemoetkomende auto rijdt hard de berg af en komt in de bocht wat over de helft van de weg. De bestuurster ziet mij dan kennelijk en schrikt en geeft een ruk aan het stuur. De auto gaat slingeren en ze verliest de controle: met een klap en in een grote stofwolk schiet de auto zo'n 20 meter achter me in de hoge berm aan mijn kant en blijft hangen in het struikgewas en op de stenen.
Ik ren erheen; de bestuurster is gelukkig niet gewond, maar wel hevig geschrokken. Ze biedt mij haar excuses aan, trillend en wel, maar met mij is niets gebeurd. Ze probeert de auto nog weg te rijden, maar die zit muurvast. Ze belt met familie en/of een garage en zegt dat ik niet hoef te blijven wachten. Ook wuift ze passerende automobilisten, die hun hulp aanbieden, weg, en dan ga ik ook maar. Ik kan toch niets doen. Dan pas realiseer ik me dat de auto evengoed 20 meter eerder de berm in had kunnen duiken, en mij had kunnen raken. Ik had absoluut geen kans gehad om dan nog iets te doen. Maar ja, dat is gelukkig niet het geval...... Ik ben de eerste paar uur wel extra op m'n hoede voor zowel tegemoetkomend als achteropkomend verkeer. Maar er gebeurt niets raars meer, alleen is het weer goed heet geworden. Ik overnacht in een 'landelijk' gelegen hotel, naast de snelweg.
Woensdag 12 oktober, Villanueva de Cauche - Antequera, 30 km
De route van vandaag maakt een vreemde lus van zo'n 16 km: eerst een stukje steil omhoog (waarvan een deel lopen), dan heel steil een lang stuk naar beneden (ook een deel lopen).
Dan kom ik, met een bocht van bijna 180 °, weer scherp stijgend, in Villanueva de la Concepcion (letterlijk 'nieuwe stad van de ontvangenis', bloemrijke katholieke namen hebben de plaatsjes hier toch), waar ik noodgedwongen weer loop, m'n fiets omhoog zeulend. Bij een klein winkeltje koop ik een halve liter koud water, wat ik in één teug opdrink. De rest van de klim naar de rotskam El Torcal fiets en loop ik afwisselend. Ik probeer de steilte in een foto te vangen om het jullie te laten zien, maar foto's zijn gebrekkig 2-dimensionaal. Bovendien brengen ze de hitte niet over, laat staan de vliegen.......
Maar, zoals altijd, ik kom boven. Het is vandaag een nationale feestdag en veel Spanjaarden hebben bedacht om te gaan wandelen in het beschermde berggebied van El Torcal. Het is er dus druk.
Vlak na de top kom ik langs een weide met geiten en bokken. Twee bokken zijn in serieus gevecht, waarschijnlijk om leiderschap ofwel het recht te paren met de geiten. Kortom, testosteron in overvloed. Maar wel een boeiend gezicht.
Vanwege de hitte, en omdat ik behoorlijk moe ben na de klim van El Torcal , stop ik al in Antequera, een plaats met Moors kasteel, dat ik natuurlijk ook wel bezoek.
Donderdag 13 oktober, Antequero - El Burgo, 64 km
Vandaag is het me gelukt heel vroeg op te staan, zodat ik optimaal gebruik kan maken van de ochtendkoelte. De zon komt langzaam achter me op.
Het heuvelt flink, maar na gisteren valt alles mee....... Bovendien rijd ik aanvankelijk een stuk in de schaduw van de rotskam van El Torcal en heb het zelfs koud - genieten! De dag begint goed en dat blijft zo. De routebeschrijving is op een bepaald punt niet helemaal helder en om e.e.a. na te vragen en voor koffie ga ik naar een restaurantje. Ik word daar zo aardig geholpen door een uitsluitend Spaans sprekend meisje, dat zelfs allerlei folders tevoorschijn haalt om mij op de goede weg te krijgen. Zij en haar mannelijke collega zijn uiterst geïnteresseerd in mijn reis en de Benjaminse-gids wordt uitgebreid bestudeerd. Ik krijg weer een portie bewondering toegezwaaid, waar ik dagen mee toe kan :-). Heel kort daarna, ik ben nog niet eens bij de afslag die ik moet hebben, komt een jong stel vakantiefietsers me tegemoet, die groeten en gelijk afstappen voor een praatje. Het zijn Martina en Jons uit Duitsland. Martina is Zwitsers, maar heeft een Nederlandse moeder en heeft in Nederland gestudeerd en spreekt perfect Nederlands. Aangezien Jons het ook kan verstaan, hebben we een heel gesprek in het Nederlands!
Zij hebben hun werk opgezegd en zijn vanaf 2 augustus onderweg vanuit Duitsland, door Zwitserland, Frankrijk, Noord-Spanje, Portugal, en via Gibraltar nu onderweg naar Valencia en dan oversteken naar Mallorca. Van daaruit gaan ze per boot naar Zuid-Amerika en blijven daar tot hun geld op is....
Na deze ontmoeting begint het warm te worden: fietsshirt uit, haar in staartje en zonneklep op. Eerder merkte ik op dat de wegen en het wegdek hier in Spanje zoveel beter zijn dan in Frankrijk. Dat komt met name omdat er in de stille gebieden alleen hoofdwegen zijn, en die worden goed onderhouden. Hier in Andalusië is het dichter bevolkt en zijn er dus ook meer kleine weggetjes (waar de Benjaminse route dan ook overheen gaat). En die weggetjes gaan per definitie recht tegen de bergen op en weer eraf en hebben een veel slechter wegdek. Kortom, het betekent weer een paar stukken lopen. Na een tijdje kom ik bij El Chorro, onderaan een diepe kloof, La Garganta. Van boven komt een lange waterpijp vanuit het stuwmeer. Indrukwekkend gezicht.
Even later fiets ik vlak langs de ingang van de kloof
En van daaruit moet ik de berg op, gelukkig is de weg iets beschaduwd. Ik kom uit hoog boven het stuwmeer en ga er van uit dat ik er zoals gewoonlijk wel niet bij zal kunnen komen. Maar na een paar kilometer loopt er een stenig/zandig pad naar een soort van verlaten strandje, waar zelfs een paar waterfietsen aan de ketting op de kant liggen. Er is helemaal niemand in de verre omtrek en ik heb geen zin om natte spullen mee te nemen op de fiets, dus ik kleed me uit en ga lekker zo zwemmen.
Het koelt lekker af, maar ik moet nog een heel eind, tot aan mijn overnachtingsplaats in El Burgo. Mooi landschap, zwaar fietsen.
Vrijdag 14 oktober, El Burgo - Ronda, 29 km
Voor zonsopgang ben ik op weg. Tot aan Ronda, waar ik wil overnachten, is het niet ver, maar er zit wel een steile beklimming tussen en die begint gelijk al als ik het dorp uitfiets. Na 5 km ben ik van 550 m hoogte al gestegen naar 1050 m. Daarna daalt de weg weer een stukje. Het is opvallend hoe kort de ochtend- en avond-schemering hier duurt. Logisch, want ik zit hier op de 36e breedtegraad (Nederland ligt op de 52e breedtegraad), maar ik verkijk me er telkens op. Zo is het nog bijna donker en even later schijnt de zon al warm. Ik kom bij een uitzichtpunt (Mirador de la Guarda Forestal, het boswachtersuitzichtpunt dus) en als ik daar naar boven loop over het pad zie ik een op het eerste gezicht wat militaristisch aandoend standbeeld.
Maar als ik verder loop blijkt het een beeld van een boswachter te zijn die iets aanwijst voor een jongetje. Groots uitzicht rondom.
Ik moet daarna nog verder stijgen en fiets langs grote rotspartijen, waar zon en uitgewaaierde condensstrepen van vliegtuigen een apart effect geven.
Ik kom uiteindelijk uit bij de Puerte del Viento op 1190 m. Bij het uitzichtpunt ernaast (je kunt Ronda zien liggen) staat een aantal mensen. Het is een Nederlandse yoga-groep die een week op retraite is en nu een toeristisch uitstapje naar Ronda maakt. Ze vragen me van alles en ik krijg weer m'n portie bewondering voor vandaag :-). Daarna daal ik zo'n 10 km af naar Ronda en beland midden in een drukke winkelstraat vol toeristen. Via het toeristenbureau vind ik een hotel, het Reina Victoria, een groot, in Engelse stijl opgetrokken en ingericht hotel. Beetje vergane glorie, maar nog steeds mooi en schitterend gelegen.
Ik douche snel en ga dan Ronda in, de kloof en de Puente Nueva (nieuwe brug, uit de 19e eeuw) bekijken, en foto's maken, net zoals de duizenden andere toeristen....
's Middags trekt er een grote donkere wolk boven Ronda, heel vreemd, rondom blijft het helder.
Later in de middag trekt het toch weer open en de zon gaat weer schijnen. 's Avonds een prachtige zonsondergang. Ziet er paradijselijk uit vanaf het terras van het hotel.
Ik probeer nog een nacht te boeken in dit hotel, want ik wil Ronda nog wat verder verkennen, maar helaas hebben ze geen kamers meer vrij morgen.
Zaterdag 15 oktober, Ronda, 2 km
Ik vind een ander hotel in Ronda, Las Jardinas de las Muralles (de vestingmuurtuinen), met een zwembad, en ben gelukkig. Het is een charmant klein hotel in een typisch Andalusisch huis met centrale open hal.
De tuin ligt terrasvormig met allemaal trappetjes naast een grote kerk en het zwembad ziet er uitnodigend uit. Vlakbij dit hotel vind ik bij een farmacia eindelijk weer het anti-vliegenmiddel dat enigszins werkt, en in een klein winkeltje ernaast een Michelin-kaart met 1:200.000 schaal van dit gebied! Heb ik lang naar gezocht. Ik bezoek de kerk naast het hotel, en deze kerk heeft een serene sfeer, mogelijk door de muziek die er klinkt. Er staat - ter illustratie van het Bijbelverhaal - een beeldengroep, met haast levensechte gezichtsuitdrukkingen.
Ik wandel door het oude deel van Ronda en langs de vestingmuren.
Later in de middag wil ik van het zwembad gebruik maken. Helaas, het gaat vandaag allemaal te goed. Er moet iets zijn wat deze perfectie verstoort. En jawel, er ligt een dode rat op de bodem van het fraaie zwembad.......... Zelfs als deze verwijderd is ontbreekt me de lust om in dit water te gaan zwemmen. Later in de middag kom ik nog bij een pittoresk pleintje waar een paar rijtuigen buiten een kerk staan; er is een klassieke Spaanse trouwerij aan de gang.
Zondag 16 oktober, Ronda - Jimena de la Frontera, 59 km
Volgens de hoteleigenaar zou mijn route nu alleen nog maar naar beneden gaan. Het is duidelijk dat hij deze weg nog nooit gefietst heeft :-). Overigens gaat het fietsen goed, ondanks tegenwind en stevige klim. De temperatuur is een stuk gezakt! Heerlijk. Verder is er niet veel bijzonders gebeurd, onderweg telkens uitzichten op witte Andalusische plaatsjes.
En de Spaanse overheid vindt het nodig om regelmatig duidelijk te maken op welke weg je rijdt:
Via de 'achteringang' kom ik halverwege de middag aan in Jimena de la Frontera, waar ik lunch en een aardig, wat artistiek, hotel vind, Casa de la Henrietta. Het plaatsje ligt in een hoek van 45° tegen de berghelling en de straatjes lopen navenant. Fietsen is hier niet echt mogelijk. Nadat ik me heb geïnstalleerd in het hotel loop ik naar boven naar de ruïnes van het Moorse kasteel.
Ook ga ik nog even naar de naastgelegen begraafplaats. De doden worden hier niet in de grond begraven, maar opgeborgen in een soort ladesysteem in muren.
Maandag 17 oktober, Jimena de la Frontera - La Linéa de la Concepción, 59 km
De aardige hoteleigenaresse wijst me na het ontbijt op het dakterras, vanwaar een mooi uitzicht op Jimena en de omgeving.
Ik vertrek vrij laat, maar het wordt vandaag niet erg warm, dus dat is geen probleem. De weg is druk en er wordt hard gereden. Voor de 2e keer deze fietsreis zet ik mijn helm op. Onderweg zie ik enkele sinaasappelplantages en katoenvelden; dit laatste had ik nog nooit eerder gezien.
Als ik koffie ga drinken zit er een groepje wielrenners in de bar. Ik vraag hen naar de beste, meest fietsvriendelijke route naar La Linéa en Gibraltar. Ze blijken uit Gibraltar te komen en wijzen me in Brits Engels op een fietspad dat 50 meter verderop begint. Geweldig. (En de helm kan weer af.) Na het fietspad kom ik in een stedelijk en vooral industrieel gebied, en dan zie ik plotseling De Rots:
Dit is toch wel een beetje een historisch moment in mijn fietsreis, en verderop, vlakbij de grens, neem ik nog een paar foto's.
Ik was van plan te overnachten in een hotel aan de oostkant van La Linéa, aan de Middellandse Zee, had gedacht dat daar boulevards en hotels zouden zijn en had daar een stranddagje willen inlassen, maar er is niets, alleen wat armoedige huizen en braakliggend land. Ik ga daarom terug naar de binnenstad van La Linéa en overnacht in een groot zakelijk hotel. Morgen naar Gibraltar!
Dinsdag 18 oktober, La Linéa de Concepción - Gibraltar, 5 km
Na 2 km passeer ik de drukke grens en ben ik op Brits grondgebied.
De toegangsweg naar het schiereiland loopt dwars over de landingsbaan van het vliegveld (of de landingsbaan loopt dwars over de toegangsweg, het is maar hoe je het bekijkt....).
In het volgende verslag meer over mijn verblijf in Gibraltar.